De uitslagen bleven echter beperkt door de aanhoudende zorgen over de zogenoemde ‘fiscal cliff’. Ook keken beleggers enigszins bezorgd naar Europa, waar de schuldencrisis weer op de voorgrond trad na de aankondiging van het vertrek van de Italiaanse premier Mario Monti.

De Dow-Jonesindex sloot 0,1 procent (14,75 punten) hoger op 13.169,88 punten. De brede S&P 500 steeg een fractie (0,48 punt) tot 1418,55 punten en technologiebeurs Nasdaq won 0,3 procent (8,92 punten) tot 2986,96 punten.

De gesprekken over de zogenoemde fiscal cliff hebben beleggers de afgelopen maand aan de zijlijn gehouden, omdat de bezuinigingen en belastingverhogingen die in januari automatisch in werking treden als er geen akkoord is, de groei van de Amerikaanse economie kunnen drukken. Ook afgelopen weekeinde leek er weinig vooruitgang te zijn geboekt.

McDonald’s was met een plus van 1,1 procent de grootste stijger in de Dow-Jonesindex. De fastfoodketen maakte een sterker dan verwachte omzetstijging over november bekend na een daling in oktober. Het bedrijf profiteerde van extra vraag naar goedkope menu’s.

Onder de technologiefondsen viel vooral Hewlett-Packard op met een koerssprong van 2,6 procent. Het technologieconcern profiteerde van geruchten dat investeerder Carl Icahn een belang opbouwt in het bedrijf.

Ook de maker van netwerkapparatuur Cisco Systems werd opgepikt, nadat het concern vrijdag zijn middellange termijnstrategie presenteerde. Het aandeel won 2,4 procent.

Op macro-economisch terrein stonden er maandag geen belangrijke publicaties op het programma. Dinsdag en woensdag komt het Amerikaanse stelsel van centrale banken, de Federal Reserve, bijeen voor de laatste beleidsvergadering van het jaar.

De euro noteerde op 1,2940 dollar, ten opzichte van 1,2930 dollar rond het slot van de Europese beurzen. Amerikaanse olie werd 0,3 procent goedkoper tot 85,70 dollar per vat. Brentolie steeg 0,4 procent tot 107,40 dollar per vat.