Binnenland

Regels voor ambulances

Nederlanders weten niet goed wat ze moeten doen als een voorrangsvoertuig met zwaailicht en sirene achter hen opduikt. Dat zegt J. van Engelen van de ambulancedienst in Utrecht. Enkele feiten uit het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens over ambulances, politie- en brandweerauto’s op een rijtje.

Binnenlandredactie
26 September 2003 13:13Gewijzigd op 14 November 2020 00:35

Voorrangsvoertuigen zijn motorvoertuigen ten dienste van politie, brandweer en ziekenauto’s en motorvoertuigen van andere erkende hulpverleningsdiensten. Ze voeren een blauw zwaai- of knipperlicht en een twee- of drietonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen.

„Weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan als die zwaailicht en sirene voert.”

„Bestuurders van een voorrangsvoertuig mogen afwijken van de voorschriften van het RVV voorzover de uitoefening van hun taak dit vereist.”

De politie mag, wegens haar ontheffing voor het gehele RVV, alle verkeersregels overtreden, behalve artikel 5 uit de Wegenverkeerswet: „Het is eenieder verboden zich zodanig te gedragen dat gevaar op de weg wordt veroorzaakt of kan worden veroorzaakt of dat het verkeer op de weg wordt gehinderd of kan worden gehinderd.” Dit betekent dat de politie ook zonder zwaailicht en sirenes de regels mag overtreden. Ze heeft dan echter geen voorrang.

Brandweer en politie voeren tweetonige hoorns, ambulances laten een drietonig geluid horen. De brandweer is te herkennen aan het ’zware’ geluid.

stip (u67(Het is niet verboden een rouwstoet te doorkruisen, maar sociaal gezien is het beter om te wachten.

stip (u67(Een militaire colonne mag niet doorkruist worden door andere weggebruikers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer