Afperser wilde niemand doden
Edwin W. (32), de man die in april dit jaar het Ahold-concern afperste, beweert niet de bedoeling te hebben gehad „mensen te vermoorden.” „Ik wilde alleen Albert Heijn onder druk zetten”, aldus de verdachte donderdagmorgen bij de rechtbank in Zwolle.
Het Ahold-concern werd in april op ernstige wijze afgeperst. Daarbij deden zich vijf schietincidenten in Zwolle, Deventer en Meppel voor. Niet alleen op AH-vestigingen, maar ook op huizen werden kogels afgevuurd. In Meppel raakte een 73-jarige bewoonster gewond aan haar arm. Edwin W., natuurkundeleraar op een Zwolse school, heeft bekend de schoten te hebben gelost bij vier van de vijf incidenten.
Edwin W. stuurde begin april een brief naar het Ahold-concern waarin hij 5 miljoen euro eiste. Dat geld moest in 10.000 biljetten van 500 euro worden afgeleverd, verpakt in Albert-Heijn-tassen met daaromheen jutezakken. Een koerier, die in een witte Mercedes met een rode skibox moest rijden, diende het geld langs de A28 bij Zwolle te overhandigen. Zover is het nooit gekomen. De politie kon Edwin W. en zijn handlanger Jochem van Z. inrekenen, nadat de mobiele telefoon van W. was getraceerd.
Beide Zwollenaren zeggen in maart dit jaar de afpersing te hebben beraamd. Het moest een „grote klapper” worden. W. beweerde donderdagmorgen dat hij met het geld zijn moeder en andere familie uit financiële narigheden wilde helpen. „Vader en moeder hebben altijd hard voor ons gewerkt. Ik wilde dat ze het goed zouden hebben. Dat knaagde aan mij.” Jochem van Z. had door gokken een schuld van 30.000 euro opgelopen. De verklaring van een getuige dat Edwin W. in februari van dit jaar al sprak over een plan om „snel aan geld” te komen, verwees de leraar naar de prullenmand.
In zijn dreigbrief aan het Ahold-concern schreef Edwin W. dat er twee slachtoffers zouden vallen als het geld niet zou worden geleverd. Bij elk slachtoffer zou een A4’tje komen te liggen, met daarop de tekst: ”AH, dit is één” en ”AH, dit is twee”. Aanvankelijk ging het Ahold-concern niet in op de chantage, maar toen zich schietincidenten voordeden, communiceerden de afpersers en het concern via advertenties in de Telegraaf. Later volgde telefonisch contact met het mobieltje van W. Daardoor liep hij tegen de lamp.
W., die beweert voor de afpersingsaffaire nooit eerder te hebben geschoten, kocht na het versturen van de eerste brieven een wapen. Het schiettuig werd opgeborgen bij Jochem van Z. thuis.
Edwin W. zei vanmorgen niet geïnspireerd te zijn door boeken over ontvoering. De afpersingszaak vertoont overeenkomsten met de geruchtmakende ontvoering van Alfred Heineken. Saillant detail is dat de natuurkundeleraar de dreigbrief aan Ahold op school heeft uitgetikt.
Het eerste schietincident deed zich voor op 16 april in Deventer. W. beweert dat hij aanvankelijk een AH-vestiging in de stad wilde beschieten, maar dat hij er tegenop zag om met het wapen naast hem in de auto door de stad te rijden. Hij verlegde toen zijn werkterrein naar een willekeurige woning in een straat aan de rand van Deventer. Bewoners schrokken zich wild toen kogels de kamer invlogen. W., die stapvoets rijdend op de woning schoot, zegt alleen het portiek te hebben willen raken. „Het is nooit mijn bedoeling geweest om mensen om te leggen, zoals ze dat noemen. Ik wilde het Albert Heijn-concern onder druk zetten.”
Vanmiddag moest Jochem van Z. voor de rechter verschijnen. De relatie tussen de twee afpersers lijkt inmiddels danig bekoeld. Jochem schijnt alle schuld op de natuurkundeleraar te willen schuiven. Edwin W. beweert echter dat Van Z., die hij uit het Zwolse uitgaansleven kent, wel degelijk op de hoogte was van de ins en outs van de afpersing.