Kalbfleisch en Westenberg waren aangeklaagd omdat ze onder ede zouden hebben gelogen over hun vriendschap.

De zaak draait om Chipshol, een futuristisch bedrijventerrein dat ondernemers Peter Poot en Harry van Andel in de jaren 80 en 90 wilden bouwen bij de luchthaven Schiphol.

Poot en Van Andel kochten grond, die snel in waarde steeg. Van Andel wilde deze grond met winst doorverkopen, Poot wilde het project doorzetten. Ze stapten naar de rechtbank in Haarlem.

De rechter die de zaak behandelde, Westenberg, stelde Van Andel in het gelijk. Daardoor zou Poot veel geld zijn kwijtgeraakt.

Poot is ervan overtuigd dat hij de zaak heeft verloren door toedoen van Kalbfleisch, die ook rechter in Haarlem was. Hij was bevriend met Van Andel en zou de zaak aan Westenberg hebben toegespeeld. Poot klaagde de twee rechters aan voor belangenverstrengeling. Kalbfleisch en Westenberg zeiden toen dat ze slechts goede collega’s waren, geen nauwe vrienden. Poot en het openbaar ministerie vonden dat meineed, maar de rechtbank in Utrecht ging daar vrijdag niet in mee.

Het OM baseerde zich onder meer op de belastende verklaring van een vroegere griffier van de rechtbank. Maar die getuige was volgens de rechters compleet onbetrouwbaar. De rechters hadden wel vertrouwen in de ex-vrouw van Kalbfleisch, die ook een verklaring had afgelegd. Maar die getuigenis vormde volgens hen niet genoeg bewijs.

Kalbfleisch zelf heeft de meineed altijd ontkend. Hij noemt de vrijspraak gerechtigheid en de enige juiste beslissing. „Na het uitvoerige onderzoek van de rijksrecherche en het openbaar ministerie kan er alleen maar geconcludeerd worden dat ik de wet niet heb overtreden”, liet hij weten.

De familie Poot vindt het vonnis juist lachwekkend. Volgens een woordvoerder hadden de rechters geen zin collega-rechters te veroordelen en hebben de aanklagers grote fouten gemaakt. Hij verwijt hen onvoldoende voortvarend te hebben gehandeld. Het vertrouwen van de familie Poot in de rechtsstaat is nog kleiner geworden, benadrukte de woordvoerder.

Het OM laat weten teleurgesteld te zijn. De officier van justitie had een werkstraf van 240 uur geëist, de hoogst mogelijke straf voor meineed. Ook vroeg hij om voorwaardelijke celstraffen van vier maanden voor Westenberg en twee maanden voor Kalbfleisch. Het is nog niet bekend of het OM in beroep gaat.