„Diverse zoönotische bedreigingen worden in Nederland beheerst als gevolg van een succesvolle bestrijding”, schrijven de onderzoekers. Toch liggen er gevaren op de loer, waarschuwen ze. „Klimaatverandering lijkt het oprukken van allerlei ziekten in de hand te werken. Door de toenemende welvaart is het tegenwoordig gebruikelijk dat Nederlanders alle uithoeken van de wereld opzoeken en daarbij het risico lopen om geïnfecteerd te raken met allerhande exotische ziektes. Ook huisdieren reizen tegenwoordig veel.”

Uit het rapport blijkt echter dat het merendeel van deze ziekten voorlopig op zijn retour is. Zo is BSE, oftewel de gekkekoeienziekte, zelfs compleet uitgebannen uit Nederland. En ook de Q-koortsepidemie is nagenoeg voorbij. Er kwamen in 2011 81 meldingen binnen en dat is voor het eerst onder het niveau van 2007, toen de uitbraak begon.

Ook het aantal besmettingen met salmonella loopt terug. Rabiës, rundertuberculose, kwade droes en hoogpathogene vogelgriep zoals het H5N1-virus werden zelf helemaal niet overgedragen van dieren op mensen. Het aantal besmettingen met vogelgriep liep wel op; in 2010 was er één besmetting, in 2011 in totaal zeven.

Besmettingen met de bacterie campylobacter komen ook steeds vaker voor. De bacterie, die over het algemeen buikgriep veroorzaakt en door contact met dieren of uitwerpselen wordt overgedragen, zorgde voor meer besmettingen in 2011 dan in het voorgaande jaar en ook het aantal uitbraken was hoger. Geschat wordt dat 107.000 mensen besmet raakten. Aangezien lang niet iedereen die te maken krijgt met een besmetting naar de dokter gaat, ligt het aantal bevestigde gevallen veel lager. Anderzijds is het aantal besmettingen bij dieren al jaren ongeveer gelijk.