Prof. James Kennedy: Pluralisme voorbeeldige traditie
AMSTERDAM – De lange traditie van pluralisme in Nederland is voorbeeldig. Het zou jammer zijn als de religie in ons land tot privégebied verklaard zou worden.
Dat zei prof. dr. James Kennedy vrijdag tijdens een debatavond die was georganiseerd door ForumC, Breininbeeld en Praemium Erasmianum, alle drie organisaties die wetenschap en samenleving bij elkaar willen brengen. Thema van de avond was ”Publiek of privé: religie in onderwijs en maatschappij”. Onder leiding van prof. Paul Schnabel, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, debatteerde een aantal politici en wetenschappers met de bekende Amerikaanse filosoof Daniel Dennett, die in Nederland de Erasmusprijs won.
In zijn introductie verdedigde Dennett de stelling dat alle scholen die door de staat worden gesubsidieerd ook verplicht moeten worden de basisfeiten van alle andere religies te onderwijzen in hun godsdienstonderwijs. Dennett bewondert Nederland vanwege de traditie van pluralisme, maar was tegelijkertijd verbaasd dat de meerderheid van het publiek in de volle zaal desgevraagd aangaf op een religieuze school te hebben gezeten.
Volgens de Amerikaanse filosoof heeft elk kind recht op onderwijs en daarom moet de staat voor onderwijsinstituten zorgen. Dennett benadrukte dat op alle scholen niet onderwijs vanuit, maar wel over religie in het programma moet zijn opgenomen. Elke school moet verplicht worden niet een bepaalde religie, maar alle basisfeiten van alle wereldreligies te onderwijzen, inclusief de kwalijke kanten van de geschiedenis en wat de onderlinge verschillen zijn. Zou dat universeel en algemeen religieonderwijs zo worden ingericht, dan is Dennett er zeker van dat de godsdiensten opgenomen worden in een „culturele evolutie.”
De Amerikaan beschuldigde alle religies en zei dat alle religieuze leiders er bewust op uit waren in eigen kring een bepaald niveau van onwetendheid ten opzichte van andere religies te onderhouden, soms door half te informeren of soms zelfs door bewuste misleiding en misinformatie over andere godsdiensten. De moderne communicatiemiddelen maken dit nu onmogelijk.
Dennett wil scholen verplichten een profiel van elke religie aan te leggen, dat als een soort almanak moet dienen. Deze dan algemeen erkende en geautoriseerde en aanvaarde kennis over de religie wordt verplicht in het onderwijsprogramma opgenomen.
In de eerste debatronde ging het over de stelling „als religie tot het privédomein wordt teruggedreven, dan zal er een morele neergang komen in de maatschappij.” CDA-politica Van Bijsterveld wees op de publieke waarde van religie. Vanwege de samenbindende factor in de samenleving moet de staat religieuze activiteiten bevorderen als die op het sociale vlak plaatsvinden.
Debatleider Paul Schnabel herinnerde aan Hirsi Ali, die de schaduwkanten en het ondemocratisch gehalte van religies aanwees. Van Bijsterveld gaf toe dat er bepaalde antidemocratische krachten in sommige religies kunnen zijn, maar dat neemt niet weg dat de staat de verantwoordelijkheid kent de goede kanten niet te belemmeren.
Voor CU-Kamerlid Segers is de hoofdzaak dat men kan omgaan met verschillen van mening. Segers pleit voor een ruimte waar ieder zijn eigen opvattingen kan hebben zonder dat een meerderheid zijn mening opdringt aan allen.
De Nederlandse atheïst prof. Herman Philipse zei tegen iedere vorm van staatssubsidie aan religie te zijn, tenminste als die zichzelf openlijk als religie propageert.
Bij de stelling dat levensbeschouwing onmogelijk van religie kan worden gescheiden en dat het daarom onmogelijk is religie naar het privédomein te verbannen, wees Segers Philipse erop dat in het verleden in Nederland ieder zijn eigen wereldvisie mocht hebben, maar dat ondanks de diepe verschillen ieder zijn speelruimte werd gegund. Philipse noemde de besnijdenis een „criminele daad”. Dennett vindt het een schande dat in de VS nog zoveel atheïsten bang zijn voor hun overtuiging uit te komen.