„In Riessen en Amerika is alles mogelijk”
RIJSSEN – De Rijssenaar Ben Plomp heeft een aantal van zijn belevenissen als politieman in boekvorm uitgegeven. Het resultaat is een aardige bundel die een inkijkje biedt in het leven van politioneel, baldadig en crimineel Rijssen. En daarbuiten.
Van 1976 tot 2002 was Plomp (63) bosjaag’r, zoals een politieman in de Reggestad vroeger heette. Een paar jaar na zijn afscheid publiceerde hij vijftig columns in een plaatselijk blad. De oud-politieman had er schik in de columns om te werken tot een bundel. Die presenteerde hij vorige week aan Rijssens rijkste inwoner, Dik Wessels.
Allerlei kleine overtredingen worden –humoristisch– beschreven. Over palingstropers, konijnenslachters, fietsenjatters, inbrekers en een koffiedief. Maar het bundeltje gaat ook over burenruzies, speurhonden en kattenkwaad dat jonge Ben zelf uithaalde: fazanten stropen. Een onredelijke chef ontbreekt niet in de sfeertekening.
Vermakelijk is de –geheel in het Rijssense dialect geschreven– bijdrage over SGP-burgemeester G. J. Smit, alias ”Ge-tjan met ’n kett’n” (Gert-Jan met de ketting). Tijdens de oliecrisis (jaren 70) mocht de politie „van de grote baas uit Den Haag” dagelijks maar een paar kilometer per dag rijden met de grote surveillancewagen. „Ge-tjan dach dat dee keals van de pot wann e’rukt en he gaf ’n opper (oonzen baas) toostemming dat de patatwaag’n kon tenken op de gemeentewoarf.” (Gert-Jan dacht dat die kerels niet goed snik waren en hij gaf onze baas toestemming dat de grote surveillancewagen kon tanken op de gemeentewerf.)
Ook de ”Kamergaije”, de gemeentesecretaris, was soepel. Hij verleende toestemming voor het omzagen van een boom die het zicht van postende agenten op een drugspand belemmerde. En voor het weghalen van een reep bestrating, zodat er geen busjes konden parkeren voor een garagebox waarin een gestolen auto stond. Dit alles gebeurde zónder vergunning. Plomp: „In Riessen en Amerika is alles mogelijk.”
Geldt dit ook voor criminaliteit?
Plomp lacht. „Alles gebeurt hier, onder en boven tafel.”
Plomps vrouw Henny: „De mens is tot alles in staat.”
Plomp: „Er is overigens wel een link met Amerika. Ik heb een groot onderzoek gedaan naar een belangrijke crimineel, De Danser. Hij heette zo omdat hij altijd uit de handen van justitie wist te blijven. Ik was een van de twee Rijssense politiemensen die hem hebben verhoord. Op een gegeven moment werd hij informant van de criminele inlichtingendienst. Later werkte hij ook samen met de Amerikaanse Drugsbestrijdingsdienst DEA.”
Waarom bent u uit het politievak gestapt?
Ik vond het jammer dat een groot onderzoek vanwege capaciteitsproblemen werd gestopt. Ik had een alternatief: de kunsthandel van mijn vrouw. Maar eigenlijk ben ik gestopt vanwege het opgaan van de rijkspolitie in de regionale korpsen in 1998. Daardoor is er veel verdwenen. In Rijssen hadden we 33 man: een eigen recherche, waarvan ik deel uitmaakte, een eigen vreemdelingenafdeling, een eigen verkeerspolitie. De kazerne, zoals we het politiebureau noemen, was 24 uur per dag open, nu een paar uurtjes. We hadden 24 uur per dag auto’s op de weg. Nu rijden er in half Twente ’s avonds en ’s nachts maar twee auto’s rond.
Wij waren dag en nacht politieman. Nu wonen bijna alle politiemensen elders. Als je hun vraagt waar de grootste crimineel van Rijssen woont en in welke auto hij rijdt, weten ze het niet.”
U nog wel?
„Waar hij woont wel, maar niet meer welke auto hij rijdt. Hij houdt zich de laatste tijd vrij rustig.”
”De Bosjaagr. Verhalen van een oud politieman”, Ben Plomp; te verkrijgen in de Rijssense boekhandel en via www.bosjager.nl voor 15 euro inclusief verzendkosten.