Hij plakte al eerder een stuk illegaal vuurwerk op de paal en bewerkte de flitspaal met een slijptol. Volgens De V. had hij het niet specifiek op deze flitspaal langs de weg van Voorschoten naar Leiden voorzien. „Het zijn hele nare dingen. Het zat in mijn hoofd om een keer een flitspaal te vernielen”, zei hij. De V. staat samen met Erik O. terecht. Justitie vervolgt de mannen voor zware mishandeling met voorbedachten rade.

Eerder betuigden de mannen al spijt. Nu zeiden ze dat ze niet wisten wat hun die avond bezielden. Wel bleek dat ze beiden in ieder geval een jointje hadden gerookt.

De bom werd in de vroege ochtend van 23 oktober 2011 aan de paal bevestigd. De Explosieven Opruimingsdienst Defensie (EOD) dacht het projectiel onschadelijk te hebben gemaakt. De bom ontplofte echter met een enorme knal en flitslicht toen een EOD’er de lont had verwijderd en hij het kruit uit de buis haalde. Twee EOD’ers en een rechercheur raakten gewond. Ze hebben nog altijd last van het incident.

De V. vertelde dat hij de bom in de schuur maakte. Hij laste een buis in elkaar, haalde kruit uit ongeveer acht stukken vuurwerk en deed dat in het projectiel. O. zou daarbij niet hebben geholpen, zei hij zelf. Volgens De V. hielp O. hem wel bij het mengen van het kruit.

Daarna reed het tweetal met de auto naar de flitspaal en bevestigden met hulp van een keukentrapje de bom. O. zette De V. thuis af, die op de fiets terugging naar de flitspaal om de bom af te steken. Toen bleek de gealarmeerde politie al ter plaatse. Op het nieuws hoorden de twee dat de bom in handen van de EOD’er was ontploft. Vijf dagen later werden ze opgepakt. Sindsdien zitten ze vast.

De medewerker van de EOD die zijn hand verloor, zei dat zijn leven voorgoed is veranderd. Hij is zes keer geopereerd, revalideert nog steeds, is een groot deel van zijn gezichtsvermogen kwijt en volledig afgekeurd.

Later op de dag laat het OM weten welke eisen het voor de twee verdachten in gedachten heeft.