„Het is heel spannend hoe het gaat uitpakken”, aldus Mark Bent, vicevoorzitter van Jeugdzorg Nederland en bestuursvoorzitter van de Amsterdamse organisatie Spirit voor jeugd en opvoedhulp. „Ieder jaar zijn er zeker enkele honderden pleegouders meer nodig dan zich aanmelden. Een paar honderd kinderen staan op de wachtlijst voor een pleeggezin.”

Ieder jaar vangen ongeveer 14.500 pleeggezinnen meer dan 20.000 kinderen voor korte of langere tijd op. Deze kinderen kunnen om uiteenlopende redenen niet meer bij hun eigen ouders wonen en ook niet in hun eigen directe omgeving terecht.

Voordat iemand pleegouder wordt, volgt een training en screening van 6 tot 9 maanden. „Het is mooi en dankbaar, maar het kan ook heel pittig zijn”, zegt Bent. „Pleegzorg is te vergelijken met co-ouderschap. De meeste pleegkinderen hebben nog contact met hun biologische ouders. Het is niet de bedoeling dat de pleegouders de biologische ouders bijvoorbeeld afvallen of zwartmaken.”

Om meer aandacht te krijgen voor het tekort aan pleegouders, werd deze zomer gesproken over een tv-programma waarin pleegkinderen vanaf 12 jaar zelf hun pleegouders kunnen kiezen. Het idee schoot echter volledig het doel voorbij toen met name politici met forse kritiek kwamen. Een SP’er noemde het format zelfs „walgelijk”. „Het idee van het programma was helemaal niet om over de hoofden van kinderen amusement te maken. Het is jammer dat er meteen al veel kritiek was zonder dat iemand wist waar het programma over ging”, aldus Bent.

De open dag is een andere creatieve manier om de pleegzorg onder de aandacht te brengen, vindt Bent. Zaterdagmiddag kunnen mensen die overwegen pleegouder te worden, langsgaan bij huidige pleegouders om over hun ervaringen te praten.