De Drentse organisatie wil voor het volgende transport het Nederlandse bedrijfsleven interesseren om mee te gaan.

Volgens voorzitter G. Althuis van het comité worden volgende week de eerste gesprekken gevoerd met vijftien belangrijke noordelijke ondernemers over deelname aan het konvooi. „Wij vragen de bedrijven om een deel van het transport te sponsoren. In ruil daarvoor kunnen vertegenwoordigers van die bedrijven meerijden en brengen wij ze in contact met autoriteiten in Zuid-Irak. Wij hebben tijdens ons eerste transport een belangrijk netwerk opgebouwd, waarvan ondernemers kunnen profiteren.”

Althuis wijst erop dat het deel van Irak waar het konvooi heengaat inmiddels rustig is en daarom interessant voor bijvoorbeeld internationale bedrijven om een vestiging te openen. Ook kunnen Nederlandse bedrijven de komende jaren vanuit de regio meewerken aan de wederopbouw van Irak.

Over het eerste transport met medische voorzieningen voor ziekenhuizen in de Zuid-Iraakse steden Ad Diwaniya en As Samawah was afgelopen zomer veel te doen. Aanvankelijk zou het transport vanuit Zuid-Turkije Irak binnengaan. Dit werd echter veel te gevaarlijk geacht vanwege de bendes en aanhangers van Saddam Hussein die er nog actief zijn.

Op aandringen van de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken werd de route verlegd via Syrië, Jordanië, Saoedi-Arabië en Koeweit. In Zuid-Irak kregen de vrachtwagens een militaire escorte. De reis is zonder al te grote problemen verlopen, al liep het konvooi veel vertraging op. Uiteindelijk heeft de trip 38 dagen geduurd en hebben de chauffeurs 14.000 kilometer afgelegd.

Evenals de vorige keer wil het comité begin volgend jaar ziekenhuisapparatuur naar Zuid-Irak brengen. Wanneer het transport precies vertrekt, kon de voorzitter nog niet zeggen.