Het slachtoffer zou zelf in het moordwapen - een briefopener - zijn gelopen, toen ze zich uit een benarde positie wilde bevrijden. Toen hij op de vlucht was, gooide K. de briefopener uit de trein tussen Den Haag en Amsterdam. Het drama speelde zich af op 22 juni.

Omstanders stellen dat de verdachte met andere intenties het schoolgebouw was binnengekomen. K. snapt dat niet, omdat hij die omstanders niet heeft gezien. De steekpartij volgde op een ruzie tussen de verdachte en zijn ex. De 30-jarige vrouw kwam tussenbeide en moest dat met de dood bekopen.

Het Openbaar Ministerie (OM) ging niet in op het verzoek van de advocaat om de beschuldiging van moord te laten vallen. Ook op de vraag van de raadsman om een reconstructie te laten maken, reageerde de officier van justitie niet enthousiast. Zij wilde liever de 3D-scan afwachten. Dat is een digitale weergave van de plaats van het incident. Bovendien wordt er nog aanvullend onderzoek gedaan naar twee messen die in België zijn gevonden toen de verdachte daar ruim twee weken na de fatale gebeurtenis werd aangehouden.

De rechter zei dat het OM hierover nog in overleg gaat met de advocaat. De Leon vindt dat zijn cliënt recht heeft om te laten zien hoe hij denkt dat het is gebeurd. „Dan wordt ook duidelijk of dat wel zo gebeurd kan zijn”, aldus De Leon.