Binnenland

Ontvoerder Lusanne wilde tipgeld delen

De ontvoerder van Lusanne van der Gun wilde tipgeld delen met zijn vriend J. van Alphen uit het Drentse Tweede Exloërmond. Dat zei de Tweede-Exloërmonder vrijdag in een vraaggesprek met het ANP over zijn ontmoeting met de ontvoerder, de 63-jarige Simon S. uit Rijperkerk.

ANP
19 September 2003 21:42Gewijzigd op 14 November 2020 00:34

Van Alphen is op 26 augustus, de avond voor de vrijlating van het meisje uit Oldeberkoop, gebeld door zijn vriend S. Die meldde dat er problemen waren. „Hij zei: Je weet wel, Oldeberkoop, tegen mij door de telefoon. Dat was voor mij genoeg om te weten wat hij had gedaan”, vertelt Van Alphen.

De volgende dag belde de ontvoerder opnieuw met de Tweede-Exloërmonder. Nu met de mededeling dat S. voor de deur stond. Van Alphen stapte de deur uit, omdat hij om 13.00 uur een afspraak had, en zag de ontvoerder inderdaad naast diens auto op de oprit staan. „Simon zei dat hij iets in de auto had.” Van Alphen negeerde de vriend, omdat hij niet naar de „plek des onheils” wilde.

Toen Van Alphen bij zijn afspraak uit de deur stapte, ontwaarde hij de vriend opnieuw naast zijn auto. „Ze moet plassen”, had de man gezegd. Dat vond Van Alphen naar eigen zeggen luguber. „Een weerloos kind. En dan moet het ook nog plassen”, zegt de Tweede-Exloërmonder. Hij besloot voorop te rijden, op zoek naar een geschikte plek waar het kind kan plassen.

Na de plaspauze stapte de ontvoerder bij Van Alpen in de auto. „Hij stelde voor het kind hier los te laten. Hij vroeg mij het kind op te vangen, naar de politie te brengen en het tipgeld op te strijken. Dat geld zouden we dan verdelen.” Die dag had de stichting Kooilust Vermist 25.000 euro uitgeloofd voor de gouden tip die zou leiden tot het vinden van Lusanne.

Van Alphen wilde naar eigen zeggen echter helemaal niets van geld weten: „Ik heb daarentegen gevloekt en getierd. Ook heb ik geroepen: Simon, dat jíj dit kan doen. Ik zag hem toen breken”, blikt Van Alphen terug. Diezelfde dag zou de ontvoerder hebben gezegd „dat Lusanne liever is dan zijn eigen dochters” en stapte hij in de auto om via Duitsland naar Zuid-Limburg te rijden. Van Alphen wees de ontvoerder nog de weg naar Duitsland.

’s Avonds hoorde de Drent dat het meisje was vrijgelaten. Hij zegt dat hij die avond „te overstuur” was om zijn vriend aan te geven. Wel belde hij een kennis die juridisch is onderlegd. „Die vertelde mij dat het niet strafbaar is als je iemand niet aangeeft. Daarom ben ik niet direct naar de politie gestapt. Later heb ik hem alsnog aangegeven, de dag voordat hij werd opgepakt.”

Dat was op 4 september, ruim een week na de vrijlating van het meisje. Van Alphen zegt in de tussentijd in dubio te hebben gezeten over het doen van aangifte, „omdat Simon altijd een aardige vriend is geweest, hoewel ik niet wil goedpraten wat hij heeft gedaan.”

Het openbaar ministerie in Leeuwarden wilde gisteren „in het belang van het onderzoek” geen commentaar geven op de uitlatingen van Van Alphen. De Drent is eerder deze week opgepakt en verhoord, waarna hij woensdagavond weer werd vrijgelaten. Donderdag zei persofficier van justitie T. Wolters van het Friese OM nog dat de Drent wordt verdacht van het verzwijgen van informatie of van medeplichtigheid aan de ontvoering.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer