„Geen boevenbende bij provincie Noord-Holland”
HAARLEM (ANP) – Er is geen reden om aan te nemen dat er bij de provincie Noord-Holland structureel een ‘boevenbende’ was of is. Dat concludeert een commissie onder leiding van emeritus-hoogleraar Hans van den Heuvel woensdag in een rapport.
De commissie Schoon Schip onderzocht in opdracht van de provincie de bestuurscultuur in Noord-Holland tussen 2003 en 2011. De commissie stelt wel dat de van corruptie beschuldigde oud-gedeputeerde Ton Hooijmaijers te veel macht naar zich kon toetrekken. Hij kreeg daarbij te weinig tegengas van de andere gedeputeerden en toenmalig commissaris van de Koningin, Harry Borghouts. Die was volgens de commissie niet in staat Hooijmaijers in toom te houden.
Hooijmaijers deed volgens de commissie buiten zijn ambtenaren om zaken met ondernemers uit zijn eigen netwerk. Hij ging vaak alleen de boer op, omdat hij niet hield van pottenkijkende ambtenaren. Daardoor kon hij zaken regelen waar niemand iets van wist. Hooijmaijers ontpopte zich als ondernemend bestuurder en stelde zich intimiderend en onaantastbaar op, aldus de commissie.
De commissie Schoon Schip concludeert dat andere gedeputeerden niet bij onregelmatigheden betrokken zijn geweest. Wel is de commissie zeer kritisch over de overstap van gedeputeerde Albert Moens (GroenLinks) als consultant duurzame energie naar een bedrijf waar de provincie financiële belangen had. Er is ook kritiek op oud-gedeputeerde Henry Meijdam (VVD). Hij heeft volgens de commissie na zijn vertrek nog invloed proberen uit te oefenen op het provinciaal beleid.
De huidige commissaris van de Koningin in Noord-Holland, Johan Remkes, zei in een reactie op het rapport dat de uitkomsten hem niet verbazen. „Alle oud-gedeputeerden zijn vrij van directe betrokkenheid bij onregelmatigheden. Ambtenaren hebben soms tegen de stroom ingeroeid. In algemene zin deugt het hier dus aan de Dreef.”
Remkes nam in felle bewoordingen afstand van de woorden van Ton Hooijmaijers tijdens diens recente regiezitting bij de rechtbank in Haarlem. Hooijmaijers zei toen dat het strafrechtelijk onderzoek naar hem niet deugt en dat de rechercheurs niets snappen van het politieke systeem en van de bestuurlijke gewoonten. „Daar wil ik krachtig afstand van nemen. Ik ben blij dat de conclusies van de commissie geen enkele aanleiding geven voor deze visie.” Remkes zei dat hij niet tolereert dat collegabestuurders en ambtenaren door Hooijmaijers in een verkeerd daglicht worden gesteld.