Alleen SP, CDA, CU en SGP stemden tegen. Vorige week werd tijdens het debat al duidelijk dat de andere partijen, inclusief de beoogde coalitiepartners VVD en PvdA, bij de initiatiefwet zouden aanhaken. De wens om gemeenten de vrije hand te geven bij het bepalen van het aantal koopzondagen staat ook opgetekend in het maandag gepresenteerde regeerakkoord.

Op dit moment mogen gemeenten nog maximaal twaalf koopzondagen per jaar aanwijzen. Alleen gemeenten met „substantiële en autonome toeristische aantrekkingskracht” kunnen meer zondagsopening toestaan.

De PVV en de Partij voor de Dieren stemden vóór de initiatiefwet, maar stemden ook voor enkele amendementen waarmee SP, CDA, CU en SGP het wetsvoorstel poogden aan te passen.

Zo stelden die partijen onder meer voor dat gemeenten de belangen van winkeliers en winkelpersoneel verplicht blijven wegen via een draagvlakonderzoek. Ook willen zij met wetgeving voorkomen dat winkeliers straks contractueel verplicht kunnen worden om hun winkel op zon- en feestdagen te openen.

Door aan te haken bij de initiatiefwet van D66 en GroenLinks kand nieuwe wetgeving rond koopzondagen al per 1 juli 2013 van kracht kunnen zijn. Eerst moet de initiatiefwet nog door D66 en GroenLinks worden verdedigd in de Eerste Kamer.

De twee partijen hadden hun initiatiefwet in 2010 al klaarliggen, maar trokken die destijds weer in toen bleek dat VVD en CDA in hun gedoogcoalitie met de PVV omwille van de SGP geen verruiming van het aantal koopzondagen zouden nastreven. Toen bleek dat VVD en PvdA samen een regering zouden vormen, haalden de partijen de wet onlangs weer van de plank.

D66 en GroenLinks hadden, om tegemoet te komen aan de bezwaren van de tegenstanders van de initiatiefwet, nog wel in een brief aan de Kamervoorzitter gesteld dat de belangen van (kleine) ondernemers en de positie van werknemers een logisch onderdeel zijn van de belangenafweging die gemeenten straks kunnen maken bij besluiten over het aantal koopzondagen. Ook de werkgelegenheid en aspecten als de zondagsrust, de leefbaarheid, de veiligheid en de openbare orde sommen zij in dit kader op. „Het verdient aanbeveling deze belangen zo goed mogelijk in kaart te brengen. Wij moedigen gemeenten daarom aan deze belangen en de daarbij horende betrokkenen in de besluitvorming over het aantal koopzondagen te betrekken”, aldus Verhoeven (D66) en van Tongeren (GroenLinks).

CDA, SP, ChristenUnie en SGP menen echter dat een aanbeveling aan een gemeente juridisch niet afdwingbaar is. Ook de Stichting Tegen Verruiming noemt „de handreiking volstrekt onvoldoende.” Zo stelt stichtingsvoorzitter Henry Konijn dat termen als “het verdient aanbeveling” en “wij moedigen aan” geen wettelijke basis vormen om gemeenten daadwerkelijk tot de orde te roepen. „En ook is het geen garantie dat gemeenten hier zorgvuldig mee omgaan. In alle twintig gemeenten waar wij ons tegen verruiming hebben verzet was geen goed onderzoek gedaan, ondanks dat deze verplichting wel in de huidige Winkeltijdenwet is opgenomen. We vrezen dat gemeenten de brief van de Kamerleden voor kennisgeving aannemen. De ‘handreiking’ is verloren energie en doet niet ter zake.”