Marcel van de Ketterij probeert passie voor muziek over te dragen
Hij is dirigent, kerkorganist, koorbegeleider en docent. Marcel van de Ketterij houdt van die veelzijdigheid. Omdat het om muziek en mensen draait, niet omdat hij zelf graag in de belangstelling staat. Wat dat laatste betreft verkiest hij de orgelbank boven de bok.
Een interview? Marcel van de Ketterij (1965) aarzelt, maar gaat uiteindelijk overstag. „Laat de muziek maar de boventoon voeren, en niet mijn prestatie”, legt de Apeldoornse musicus uit. „Als ik mag kiezen, zit ik liever achter het rugwerk van een orgel verscholen dan dat ik op de bok sta. Wanneer ik een koor dirigeer, probeer ik mij af te sluiten voor het publiek achter mijn rug en mij op de zangers te richten.”
Vanavond moet hij er toch aan geloven. Het christelijk gemengd koor Viva Vox uit Elspeet organiseerde een concert in de hervormde kerk van Nunspeet, omdat Van de Ketterij 25 jaar dirigent van het koor is. Op het programma staan onder andere een deel uit het Gloria van Vivaldi, een Evening Prayer van Thomas, een eveneens op Engelse leest geschoeide Psalm 72, het ”Glory, glory, hallelujah” van Wilhousky en ”Dankt, dankt nu allen God” uit cantate 192 van Bach.
Van de Ketterij kwam thuis veel in aanraking met muziek. Zijn ouders waren lid van gemengd koor Deo Juvante in Apeldoorn, zongen thuis met hun kinderen en namen hen regelmatig mee naar concerten. Zijn vader speelde orgel en bracht hem de eerste beginselen van het orgelspel bij. „Als we in Arnemuiden op vakantie waren, zat ik op zondag bij mijn oom wanneer hij het kerkorgel bespeelde. Geweldig vond ik dat. Op mijn veertiende begon ik serieus te denken aan een baan in de muziek.”
Stoomcursus
Om naar het conservatorium te kunnen, was wel een stoomcursus nodig. Pas op zijn vijftiende klopte Van de Ketterij bij een muziekdocent aan. Peter Eilander bereidde hem voor op de muziekstudie. „Ik moest van klavarskribo op het notenschrift overstappen, muziektheorie onder de knie zien te krijgen en het nodige aan mijn toucher verbeteren.”
De puber besteedde die jaren dagelijks uren aan zijn muziekstudie. Een straf was dat niet. „Mijn drang om de muziek in te gaan, werd nog sterker door de koorbegeleidingsklussen die ik kreeg én door de orgelconcerten die ik bezocht in Amersfoort, Hasselt, Kampen, Apeldoorn en Zutphen. Ik ging niet alleen naar de romantische jongens, maar beluisterde ook organisten als Bert Matter.”
Geen gerommel
Van de Ketterij kijkt met plezier terug op zijn conservatoriumtijd. In Zwolle kreeg hij eerst Nico Waasdorp en later Harm Jansen als orgeldocent. „Waasdorp was een echte pedagoog, een aristocraat, die niet van gerommel hield. Hij nam mij aan de hand en liet me door ogenschijnlijk eenvoudige muziek kruipen. Dat kon ik toen niet altijd waarderen, omdat andere jongens bij Jansen grotere werken studeerden. Pas later begreep ik hoe waardevol Waasdorps aanpak voor mij was geweest. Toen Jansen mij jaren later min of meer in het diepe gooide, kon ik daar prima mee overweg.”
Naast de diploma’s docerend en uitvoerend musicus heeft de Apeldoornse musicus het diploma kerkelijk orgelspel op zak. Hij heeft nog altijd gemak van het bijvak koordirectie, dat voor laatstgenoemd diploma gevolgd moest worden.
Enthousiaste amateurs
Het plan om het hoofdvak koordirectie te doen, sneuvelde. „Ik zie mijzelf niet voor een oratoriumvereniging staan. Koorwerken als Händels Messiah en Bachs Matthäus Passion zijn prachtig om naar te luisteren. Ik vind het echter geen aantrekkelijke gedachte om daar een heel jaar mee bezig te zijn én ik zou de psalmen en gezangen gaan missen. Geef mij maar een club enthousiaste amateurs die naar een uitvoering toe werken. Ik probeer mijn passie voor muziek op hen over te dragen en geniet als mijn koorleden na weken oefenen een moeilijke passage onder de knie hebben.”
De dirigent brengt zijn zangers het liefst spelenderwijs zangtechnieken bij. „Ik ben geen type dat elke repetitie met tien minuten inzingoefeningen begint, maar geef terloops tips over mondstand en ademhaling. Soms ga ik dieper op de tekst in, bijvoorbeeld bij de sterk op de tekst geschreven muziek van Rutter, of als er bij Bach een wrang akkoord voorbijkomt.”
Verlanglijstje
Van de Ketterij dirigeert naast Viva Vox het Noordermannenkoor uit Rijssen en mannenkoor Rehoboth uit Geldermalsen. Hij vindt het prima dat er vaak psalmen en gezangen op de lessenaar staan en geniet eveneens van grotere koorwerken van iemand als Johan Bredewout. Op zijn verlanglijstje prijken ook andere namen. „De top drie van composities waar ik de zangers graag eens de tanden in wil laten zetten? De ingewikkeldere stukken van Rutter, werken van Schubert en de psalmen van Mendelssohn.”
Elke maandag en dinsdag staat de Apeldoorner voor de klas op de Jacobus Fruytier in Uddel. „Ik doe dat met veel plezier. Het leuke van het werken met jongeren is dat ze mij met beide benen op de grond houden. Ik probeer hun horizon te verbreden door hen met klassieke muziek in aanraking te brengen. Dit levert natuurlijk niet altijd instemmende reacties op. Ik hoop dat de meeste jongeren na het lesjaar onthouden dat je plezier aan het musiceren kunt beleven.”
Conditie
Zijn orgelleerlingen moeten van alles iets proeven, stelt de docent. „Van Sweelinck tot Cor Kee in zijn latere periode.” Zelf probeert hij ook te voorkomen dat hij vastroest. „Ik bijt me graag vast in grote orgelwerken van Bach, Franck, Reger of Vierne. Bach blijft een ijkpunt voor me. Het is heerlijk om wekelijks te studeren. Noodzakelijk ook, want als je lesgeeft, moet je in conditie blijven.”
Die inspanning komt hem ook als kerkorganist van pas. Hij begeleidt elke zondag een dienst op het Steendamorgel in de hervormde Eben-Haëzerkerk in Apeldoorn. „Ik zet in toenemende mate bladmuziek op de lessenaar van mensen als Asma, Bonefaas, Bolt en Sanderman en improviseer minder dan vroeger. In onze gemeente is er gelukkig ruimte om de tekst uit te beelden, een klaagpsalm met wrange akkoorden en een lofpsalm met een toccatine.”
Koorzang en de zingende gemeente raken Van de Ketterij geregeld. „Op zulke momenten krijgen woorden extra lading. Terugkijkend op mijn leven mag ik zeggen dat het door God is geleid. Ik ben dankbaar dat ik mijn talenten in de muziek mag gebruiken.”