Paul Maier laat in roman tweede boek Handelingen opduiken
Hoe verging het Paulus in Rome? Het Bijbelboek Handelingen eindigt tamelijk abrupt met de vermelding dat de apostel er twee jaar in een gehuurde woning verbleef en ongehinderd het Evangelie predikte. Geen woord over zijn proces ten overstaan van de keizer en over de manier waarop hij is gestorven.
Dit artikel is onderdeel van een special over Constantijn. Lees alle artikelen op RD.nl/constantijn.
In zijn roman ”Codex Constantijn” suggereert Paul L. Maier, hoogleraar oude geschiedenis aan de Western Michigan University in de Verenigde Staten, dat Lukas een vervolg schreef op Handelingen. Daaruit zou blijken dat Paulus aanvankelijk door keizer Nero werd vrijgesproken, maar een aantal jaren later toch is gearresteerd en ter dood veroordeeld. Even buiten Rome, op de plaats waar nu de basiliek Sint-Paulus buiten de Muren staat, zou hij zijn onthoofd en begraven.
Maier (1930) is beroemd geworden met de historische romans ”Pontius Pilatus” (1968) en ”De brand van Rome” (1981). In deze boeken geeft hij een nauwgezette, goed gedocumenteerde reconstructie van de gebeurtenissen die plaatshadden in de tijd van Jezus en van de Vroege Kerk. Bovendien laat hij zich als lutheraan kennen als Bijbelgetrouw wetenschapper.
Later legde Maier zich toe op het schrijven van archeologische thrillers. In 1994 verscheen ”Het Rama-document”, gevolgd door ”Operatie wederkomst” (2003) en ”Codex Constantijn” (2011). Het laatste boek is nu in het Nederlands vertaald.
In de drie thrillers staat de briljante Bijbelwetenschapper Jonathan Weber centraal. ”Het Rama-document” is verreweg het interessantst. Weber ontdekt tijdens een opgraving in Israël beenderen in het graf van Jozef van Arimathea; deze zouden volgens een Aramese tekst van Jezus van Nazareth zijn. De vondst treft de christenheid in het hart: de opstanding (b)lijkt niet te hebben plaatsgehad. Maier laat de lezer nadenken over de vraag wat het voor zijn of haar geloof betekent als archeologen ooit zo’n ontdekking zouden doen.
In ”Codex Constantijn” gebeurt min of meer het omgekeerde. Jonathan Weber en zijn vrouw Shannon ontdekken in een klooster van het Oosters-orthodoxe patriarchaat in Jordanië een van de vijftig Bijbels die keizer Constantijn de Grote in de vierde eeuw door zijn raadsman bisschop Eusebius liet maken. Van deze Bijbels is er tot dan toe nooit een teruggevonden. (In werkelijkheid wordt door wetenschappers aangenomen dat de codices ”Vaticanus” en ”Sinaïticus” twee van de kopieën zijn die keizer Constantijn bij Eusebius bestelde.)
De door Weber gevonden codex wijkt op twee belangrijke punten af van de gangbare Bijbel. In de oudste Griekse manuscripten eindigt het evangelie van Markus tamelijk abrupt bij vers 8: „En zij [Maria Magdaléna, Maria en Salóme], haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren bevreesd.” De passage over de verschijningen die in de huidige Bijbels staat, is volgens tekstcritici later toegevoegd en zou niet van de hand van Markus zijn.
De codex die Weber ontdekte bevat echter de oorspronkelijke afsluitende passage van Markus zelf. En dat is een belangrijke ontdekking, omdat Markus waarschijnlijk de eerste evangelist was die over Jezus’ opstanding schreef. Bovendien zou deze vondst critici die maar blijven zeuren over de „tegenstrijdigheden in de verslagen over de opstanding” voorgoed de mond snoeren, aldus Weber.
De codex bevat echter een nog veel opzienbarender hoofdstuk: het tweede deel van het door Lukas geschreven boek Handelingen. Maier laat daarin zien hoe het de apostel Paulus verging nadat hij naar Rome was gekomen omdat hij zich op de keizer had beroepen, en hoe hij uiteindelijk als martelaar stierf.
”Codex Constantijn” onderscheidt zich op een fundamenteel punt van de eerste twee thrillers van Maier. Daarin was sprake van vervalsingen of vervalsers die moesten worden ontmaskerd. In ”Codex Constantijn” wacht de lezer tevergeefs op spannende ontwikkelingen. Als de codex dan eindelijk wordt gestolen (dat móést een keer gebeuren, zoveel is duidelijk), wordt hij per kerende post terugbezorgd bij Weber en zijn vrouw.
Bovendien blijkt de codex zo echt als het maar kan. Het tweede deel van het boek Handelingen leidt zelfs tot de ontdekking van het lichaam van Paulus in een tombe in de basiliek Sint-Paulus buiten de Muren. Daarnaast komt er een oecumenische beweging op gang die vrijwel alle christenen –rooms-katholiek, orthodox en protestants– verenigt rond de vraag of de nieuwe Schriftgedeelten in de canon moeten worden opgenomen. Oude theologische geschilpunten smelten weg als sneeuw voor de zon. Zelfs de islam laat zich van zijn beste kant zien: de fundamentalistische en terroristische krachten worden gemarginaliseerd. Vrede op aarde.
Wat heeft Maier bezield om deze roman te schrijven? Het is allemaal veel te mooi om waar te zijn. En wie ermee gediend? Paradoxaal genoeg maakt juist het feit dat de ‘teruggevonden’ gedeelten de Bijbelse boodschap voor honderd procent onderstrepen, de roman ongeloofwaardig. De werkelijkheid van de opstanding wint immers niet aan kracht doordat een auteur een Bijbelgedeelte uit zijn duim zuigt. En is het echt zo belangrijk dat de waarheid van de Bijbel versterking krijgt van verloren gewaande passages, zoals Maier lijkt te denken? In de gelijkenis van de arme Lazarus zegt Abraham tot de rijke man: „Indien zij [zijn vijf broers] Mozes en de profeten niet horen, zo zullen zij ook, al ware het, dat er iemand uit de doden opstond, zich niet laten gezeggen.” Zo zal het terugvinden van een verloren geraakt Bijbelgedeelte evenmin mensen tot geloof brengen.
Ook op andere punten overtuigt ”Codex Constantijn” niet. Maier heeft geen enkele moeite gedaan om de vondst van de codex (en van andere fragmenten van manuscripten) een beetje spannend in te kleden. Weber en zijn vrouw lopen er als het ware gewoon tegenaan. Daarbij, hoe is het mogelijk dat een Bijbelgedeelte dat in de tijd van Constantijn kennelijk nog voorhanden was en in diens opdracht vijftigvoudig werd vermenigvuldig, nadien spoorloos van de aardbodem is verdwenen? Als christenen in de vierde eeuw wisten hoe het Paulus in zijn laatste levensjaren is vergaan, waarom is dat dan uit het collectieve geheugen verdwenen, zonder enige verwijzing in welk geschrift dan ook?
Het lijkt er op dat Maier zich in deze roman heeft laten meeslepen door een wensdroom: de christenheid verenigd rond de waarheid van de Bijbel. Dat is prijzenswaardig, maar met het schrijven van deze roman brengt Maier dat ideaal niet dichterbij.
Boekgegevens
Codex Constantijn, Paul Maier; uitg. Mozaïek, Zoetermeer, 2012; ISBN 978 90 239 9410 7; 349 blz.; € 18,90.
Dit artikel is onderdeel van een special over Constantijn. Lees alle artikelen op RD.nl/constantijn.