„Oud vonnis ontlast genocideverdachte Rwanda”
AMSTERDAM (ANP) – Een vonnis uit 2003 tegen tientallen verdachten van genocide in Rwanda is ontlastend voor Yvonne Basebya, die vanaf maandag in Den Haag eveneens terechtstaat voor genocide in haar vaderland. Dat zegt haar advocaat Victor Koppe, die de rechtbank vroeg justitie te manen om deze uitspraak op te sporen.
Het vonnis van deze rechtbank in de Rwandese hoofdstad Kigali is afgelopen week aan het dossier toegevoegd, aldus Koppe. Het oordeel gaat over de massaslachting bij de Pallotines Kerk in de wijk Gikondo. Daar werden zeker 100 mensen, vermoedelijk allemaal Tutsi’s, vermoord en deze slachting wordt gezien als het eerste bewijs dat er genocide in het Afrikaanse land plaatsvond.
Het Openbaar Ministerie (OM) in ons land vervolgt Basebya meer omdat zij onder meer de opdrachtgever voor de slachting begin april 1994 zou zijn geweest. De verdenking tegen de vrouw omvat meer aanklachten. Ze zou ook betrokken zijn bij andere moorden in haar wijk en de voorbereidingen van de volkerenmoord.
Koppe stelt dat de naam van Basebya in de ruim honderd pagina ’s tellende uitspraak één keer voorkomt, maar de man waarmee ze in verband wordt gebracht, werd door de rechtbank vrijgesproken. „Dat zij slechts een keer in zijn zaak wordt genoemd, zegt veel. Zeker als ze, zoals justitie betoogt, een zeer prominente rol zou hebben gespeeld”, aldus de raadsman.
In 1994 werden naar schatting tussen de 500.000 en 1 miljoen mensen het slachtoffer van een uiterst bloedige strijd tussen Hutu’s en Tutsi’s. Volgens het OM zou de verdachte leiding hebben gegeven aan een groep jonge Hutu’s die met kapmessen aan het moorden sloeg. Ze zou bovendien de hoogst geplaatste vrouw zijn binnen de extremistische CDR-partij.
De vrouw ontkent zelf alle aantijgingen en volgens Koppe is het bewijs tegen haar slechts afkomstig van een klein groepje oud-buurtgenoten. Basebya zegt dat ze het slachtoffer is van leugens van dit groepje. Ook zouden er veel getuigen zijn die juist die de aantijgingen ontkrachten. N. zou ook kinderen van Tutsi’s in haar huis hebben opgevangen om ze te beschermen tegen de slachtingen.
Uiteindelijk vluchtte de vrouw naar Nederland waar ze in 2004 de Nederlandse nationaliteit kreeg. In 2010 werd ze opgepakt, sinds de zomer is ze weer op vrije voeten. De zaak tegen Basebya gaat 2 maanden duren. De uitspraak volgt waarschijnlijk pas in 2013.