Twee jaar cel geëist tegen dealers in drugszaak Urk
Tegen twee drugsdealers die grote groepen jongeren in Urk en Emmeloord van cocaïne voorzagen, zijn gisteren voor de rechtbank in Lelystad onvoorwaardelijke gevangenisstraffen van twee jaar geëist. De twee zijn de hoofdverdachten in de ”Urker drugszaak”, waarin de politie eerder dit jaar 21 mensen aanhield.
Volgens de officier van justitie zouden de Emmeloorder S. A. H. (28) en de 30-jarige D. M. F. uit Nagele honderden bolletjes cocaïne hebben verkocht in Urk en Emmeloord. In Emmeloord voorzag F. een kleine groep zwaarverslaafde junks van bolletjes cocaïne. Incidenteel voorzag hij ook Urkers van drugs. De meeste verdovende middelen werden echter in Urk verkocht, waar H. degene was die tussen april vorig jaar en april van dit jaar veel jongeren aan cocaïne hielp. Hij werkte daarbij met een vaste groep tussenhandelaren. Regelmatig verkocht hij hun echter neppoeder, dat slechts voor een klein deel uit echte cocaïne bestond.
De zaak tegen de twee kwam aan het rollen toen de politie informatie kreeg dat een Urker hobbyvoetbalclub met de naam ”Kat in het Bakje” een dekmantel was voor een netwerk van drugsdealers. Daarop werden de mobiele telefoons van bij deze club betrokkenen afgeluisterd. De politie besloot tot die maatregel omdat het in de gesloten dorpsgemeenschap van Urk direct zou opvallen wanneer agenten zouden posten bij punten waar drugs werden verhandeld.
Al snel bleek dat de groep van zo’n vijf drugshandelaren in Urk voor hun cocaïne afhankelijk waren van H. Die kwam bijna wekelijks vanuit zijn woonplaats Emmeloord nieuwe voorraden afleveren. Volgens een getuige ging het daarbij soms om vijftig zakjes per keer, elk met een inhoud van 0,8 gram. De drugs werden op vrijdag en zaterdag verkocht in het Urker uitgaanscircuit.
Zowel H. als F., die beiden ook zelf verslaafd waren, probeerden op slinkse wijze de politie te ontlopen. Zo wilde H. aanvankelijk de drugs in de provincie Utrecht aan zijn tussenhandelaren overdragen. Toen het duo, dat los van elkaar opereerde, ten slotte gearresteerd werd, legden ze aanvankelijk valse verklaringen af. Zo beweerde H. niets af te weten van de drugs die in zijn huis en auto gevonden werden en gaf F. een valse naam op. Dat laatste brak hem lelijk op, omdat F. volgens officier van justitie P. Berder onder de valse naam al eerder was veroordeeld voor handel in verdovende middelen. „De verdachte pleegt dus niet voor de eerste keer een drugsdelict, hoewel hij dat wel wil doen geloven.”
Raadsheer M. Spruijt van verdachte H. vond een voorwaardelijke straf voor zijn cliënt op zijn plaats. „Velen noemen hem dé grote drugshandelaar van Urk, maar in feite is dat niet zo. Er zijn veel anderen die ook dealen. Het is een illusie om te denken dat het drugsgebruik in Urk met zijn aanhouding een halt is toegeroepen.”
Ook F. verdient geen lange gevangenisstraf aldus zijn advocaat, mr. Roos. Hij hekelde met name de bewijsvoering van de officier van justitie, waaruit moest blijken dat zijn verdachte al eerder was veroordeeld voor een drugsdelict. „Waarom kunt u dat niet bewijzen met vingerafdrukken of een foto?” zo vroeg hij. Een taakstraf voor de uit Suriname afkomstige verdachte vond hij daarom meer op zijn plaats.
De rechtbank doet op 30 september uitspraak in de zaak tegen de twee hoofdverdachten. Volgende week vrijdag moet een grote groep Urkers voor de politierechter verschijnen in verband met de drugszaak.