Vuursteen heeft sinds zijn vertrek als bestuursvoorzitter van bierbrouwer Heineken een indrukwekkend aantal commissariaten weten op te bouwen. Behalve bij Ahold houdt hij toezicht bij Akzo Nobel, ING, Gucci, Randstad, Petroplus en het Zweedse Electrolux.

Hoewel de 62-jarige Vuursteen al sinds mei 2002 in de raad van commissarissen zit, wordt hem niet persoonlijk het te laat onderkennen van de boekhoudfraude bij het concern aangerekend. In februari, negen maanden nadat Vuursteen was benoemd tot commissaris, maakte Ahold bekend dat er bij onder meer zijn Amerikaanse dochter US Foodservice met de cijfers was geknoeid.

Bij Heineken stond de boomlange ingenieur bekend als joviaal, maar hield hij zijn kaarten altijd gedekt. Juist bij Ahold kreeg zijn voorganger H. de Ruiter het verwijt niet altijd even open te zijn geweest. Afgestudeerd als ingenieur aan de Landbouwuniversiteit Wageningen kwam hij in dienst van Philips. Daar ontwikkelde hij als marketeer een goed gevoel voor de waarde van een merk. Dat merkgevoel kwam van pas toen hij in 1991 door Freddy Heineken naar het bierconcern werd gehaald.

Twee jaar later nam Vuursteen de voorzittershamer over. Onder zijn leiding ontwikkelde Heineken zich verder als wereldwijd bierconcern. Aan het einde van zijn bestuursperiode bij de brouwer werd hij in 2001 uitgeroepen tot topman van het jaar. Volgens het juryrapport was Vuursteen „een gedreven man die het niet makkelijk had na een dominante Freddy.”

Het was een afscheidscadeau, want in de laatste jaren dat Vuursteen de scepter zwaaide, kreeg het bierconcern steeds vaker het verwijt dat nieuwe overnames lang op zich lieten wachten. Tijdens persconferenties hield hij kritische vragen hierover af, hij hulde zich letterlijk in een wolk van sigarettenrook.

In 2002, enkele maanden na het overlijden van Freddy Heineken, nam Vuursteen afscheid als bestuursvoorzitter. Hij stapte over naar het bestuur van de Heineken Holding, waar de werkelijke macht over het concern ligt. Met die benoeming was hij definitief opgenomen in de ’familie’.