Amerikaanse politici plukken kersen uit Bijbel
CLEVELAND – Biblicisten wordt vaak verweten dat ze teksten uit de Bijbel lukraak citeren zonder te letten op de context. Amerikaanse politici doen hetzelfde, meestal om hun woorden extra kracht bij te zetten.
In het sterk geseculariseerde Nederland is het soms een verrassing als een politicus van een niet-christelijke partij uit de Bijbel citeert. „Toch weet hij er nog iets van”, denken veel christenen dan. Tegelijkertijd moeten christelijke politici het zelf niet te vaak doen. Want we hebben geen behoefte aan geloof in de politiek. Kerk en staat zijn gescheiden, vinden veel opinieleiders.
In Amerika ligt dat toch een slag anders. Weliswaar zit het geloof vaak niet meer dan een spade diep, maar desondanks noemt een grote meerderheid zich christelijk.
Politici in de VS weten dat. Daarom citeren ze vrijmoediger Bijbelteksten dan hun Nederlandse collega’s. Ze halen Bijbelverzen aan om hun eigen woorden kracht bij te zetten. Het probleem is echter dat ze dat minstens zo lukraak doen als overtuigde biblicisten.
„Ik noem dat kersen plukken uit de Bijbel”, zegt Timothy Beal. De Amerikaanse godsdienstwetenschapper van de universiteit van Cleveland deed onderzoek naar het gebruik van Bijbelteksten door politici. „In de Amerikaanse politiek wordt de Bijbel gebruikt als een soort grabbelton van mooie uitspraken. Losse citaten vormen zo samen een soort ”Gouden schat voor morele verheffing van het volk””, zegt hij. „Daarbij kan creativiteit veel politici niet ontzegd worden. Ze gebruiken Bijbelverzen te pas en te onpas, rukken ze los van hun context en bekommeren zich weinig om de werkelijke boodschap. Als een Bijbelwoord maar vertrouwd klinkt en het eigen verhaal ondersteunt.”
De godsdienstwetenschapper ziet geen onderscheid tussen Democraten en Republikeinen. „Beide groepen maken zich schuldig aan het gebruik en misbruik van de Bijbel voor de eigen politieke doelen.”
Voorbeelden heeft Beal genoeg. Op de laatstgehouden Democratische conventie sprak president Obama over de moeilijke situatie van burgers die getroffen zijn door de crisis. „Ik weet niet tot welke partij deze mensen behoren”, zei Obama. „Ik weet niet of zij op ons zullen stemmen. Maar ik weet wel dat ze ons inspireren. Zij herinneren me eraan dat, in de woorden van de Schrift, onze toekomst er één is van hoop.” De president haalde hier Jeremia 29:10 en 11 aan. Daar belooft de Heere de ballingen in Babel hun te gedenken en weer terug te brengen in het land van hun vaderen. „Maar Obama heeft het niet over het verband waarin deze woorden staan”, zegt Beal. „Voordat het zover is, zullen de Joden eerst zeventig jaar in ballingschap moeten verkeren. Dat was een moeilijke tijd. Of dát perspectief zo moedgevend is voor mensen in de huidige crisis, vraag ik me af.” De onderzoeker wijst er bovendien op dat de president hier opvallend genoeg citeert uit een Bijbelvertaling die vooral populair is bij vrijzinnige christenen. Die spreekt van „een toekomst van hoop”, terwijl de vertaling die onder Bijbelvaste evangelicalen wordt gebruikt, luidt: „Ik geef u hoop en toekomst.”
Kandidaat Romney hekelde onlangs in een toespraak het feit dat Amerikanen hun kapitaal in het buitenland wegzetten. Gebrek aan vaderlandsliefde, noemde hij dat. Daarbij haalde hij het woord van de Heere Jezus aan dat daar waar iemands schat is, ook zijn hart is. Beal: „Romney vergeet maar even dat Jezus hier juist het hangen aan aardse goederen bekritiseert.”