Van der Hoeven pakt lerarentekort aan
Het lerarentekort aanpakken, de kenniseconomie bevorderen, de scholen minder regels opleggen en het voortijdig schoolverlaten voorkomen. Dat zijn de belangrijkste doelstellingen die de bewindslieden van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen in de komende jaren willen bereiken.
Voor al deze doelen is in deze kabinetsperiode meer dan 1 miljard euro beschikbaar. Toch ontkomt het departement ook niet aan bezuinigingen. Relatief gezien komt het departement gunstig uit de bezuinigingen, maar in absolute getallen moet er fors worden ingeleverd, onder meer op de arbeidsvoorwaarden. Het kabinet bezuinigt alleen al op deze post 15,2 miljard euro. Het ministerie van Onderwijs moet daarvan 4 procent voor zijn rekening nemen. Dat is ruim 600 miljoen euro. Dat geld moet binnenkomen door het aantal ambtenaren te verminderen en de loonstijgingen te beperken. Ook moet er eenmalig ruim 300 miljoen op de salarissen worden bezuinigd.
Met gepaste trots meldde minister Van der Hoeven tijdens een toelichtende persconferentie dat haar departement bijna een kwart van de extra uitgaven krijgt die de rijksoverheid in de komende jaren in de samenleving wil investeren. Dit bedrag is de beroemde 700 miljoen euro die D66 bij de besprekingen over een nieuwe regering wist binnen te halen. Maar omdat het totaalbedrag aan intensiveringen (3,4 miljard) veel lager is dat het totaalbedrag aan bezuinigingen, gaat Onderwijs er per saldo minder op vooruit dan de minister voorspiegelde. Na enkele kritische vragen van een journalist tijdens de persconferentie, moest de bewindsvrouw dit toegeven.
Het aanpakken van het lerarentekort is voor minister Van der Hoeven „een topprioriteit.” Berekeningen wijzen uit dat het tekort in het basis- en het voortgezet onderwijs oploopt tot 10.400 vacatures in 2007. De minister wil dit aantal terugbrengen tot 2200 en trekt daarom geld uit voor betere ondersteuning van nieuwe leraren, betere begeleiding van zijinstromers, een hogere vergoeding voor de school die zelf leraren opleidt en kwaliteitsverbetering van lerarenopleidingen. In totaal is er voor dit doel in 2004 71 miljoen euro extra beschikbaar.
Verder wil minister Van der Hoeven de kennissamenleving bevorderen. Omdat Nederland op dit punt achterloopt en het kabinet de versterking van het innovatief vermogen ziet als een sleutel tot herstel van de Nederlandse economie, is voor wetenschappelijk onderzoek 100 miljoen euro extra uitgetrokken. Op termijn wil de overheid een relatie aanbrengen tussen de kwaliteit van het wetenschappelijk onderzoek en de bekostiging.
Het kabinet komt ook met een actieplan om meer jongeren te interesseren voor een studie en loopbaan in de bèta- en de technieksector. Vanaf de basisschool wil Van der Hoeven de jongeren al gaan interesseren in techniek. Het doel is een 15 procent hogere instroom in bèta- en technische opleidingen.
Verder wil de overheid mensen stimuleren om te kiezen voor een carrière als wetenschappelijk onderzoeker en moeten onderzoeksinstellingen beter gaan samenwerken met het bedrijfsleven. Voor de bevordering van de kenniseconomie is 185 miljoen euro beschikbaar.
Minister Van der Hoeven neemt zich voor het aantal regels waarmee scholen hebben te maken te verminderen, zodat de leerkrachten zich bezig kunnen houden met datgene waar ze goed in zijn, namelijk het geven van onderwijs. De bewindsvrouw denkt dat meer beleidsvrijheid tot betere prestaties leidt. Concrete maatregelen om het aantal regels te verminderen, heeft de bewindsvrouw in haar begroting niet opgenomen.
Om te voorkomen dat leerlingen zonder diploma de school verlaten, wil de overheid afspraken maken met scholen voor middelbaar en hoger onderwijs, zodat de studenten een betere begeleiding krijgen. Kinderen met taalproblemen in het basisonderwijs worden geplaatst in een schakelklas. Het doel is het voortijdig schoolverlaten met 30 procent terug te dringen.