Op zoek naar Ursinus’ graf
Met twee bussen tegelijk kwamen ze naar Neustadt, in 2010: Nederlanders die geïnteresseerd waren in, onder andere, de kerk waar Zacharias Ursinus begraven ligt. Het verwonderde ds. Oliver Beckmann, predikant van de protestantse ”Stiftskirche”, zeer – en vormde aanleiding voor een speurtocht die nog niet ten einde is.
Op een terrasje op het marktplein voor de –in verband met restauratiewerkzaamheden grotendeels ingepakte– kerk doet ds. Beckmann zijn verhaal. „Wat bewoog die Nederlanders om met zo veel mensen naar Neustadt te komen? Wie was Ursinus eigenlijk?”
Zeker, diens naam kende hij, vaag. „In mijn studententijd had ik wel eens een lezing over Ursinus bijgewoond. Maar verder, nee. Pas toen ik me ging verdiepen in de geschiedenis van Neustadt ben ik me bewust geworden van zijn betekenis, juist voor onze stad.”
Een bezoekje aan de VVV leert dat de predikant de enige niet (geweest) zal zijn bij wie de naam van de medeopsteller van de Heidelberger Catechismus weinig herkenning oproept. „Ursinus? Nee, daar hebben we geen informatie over”, laat een vriendelijke medewerkster weten.
Ds. Beckmann: „Op school, op de meeste Duitse scholen althans, komt hooguit Luther nog aan de orde. Maar iemand als Ursinus zeker niet. Voor veel kerkelijke gemeenten, de mijne incluis, geldt hetzelfde.”
Wat hem betreft komt daar echter verandering in. Onlangs ging Neustadt (an der Weinstrasse) in zee met het internationale project Refo500, dat de Reformatieherdenking in 2017 voorbereidt. Op 22 november worden de handtekeningen gezet. En volgend jaar, het jaar waarin de Heidelberger 450 jaar bestaat, zullen in het kader daarvan ook in Neustadt de nodige activiteiten worden ontplooid.
„Waarbij we ons nadrukkelijk ook richten op Nederland”, zegt de joviale pastor. „In samenwerking met de VVV willen we bijvoorbeeld dagtochten gaan organiseren, en kunnen mensen op één dag Neustadt, Heidelberg en Speyer aandoen.”
Maar er zullen ook tentoonstellingen worden ingericht, lezingen plaatshebben en rondleidingen worden verzorgd – door een „eigentijdse Ursinus.” „Ook voor de gewone man dus; niet alleen voor een academisch geschoold publiek.” Voor schoolkinderen verscheen inmiddels een lesbrief over Ursinus. ”Ursinus vertelt” heet die, „over de tijd van de Reformatie, de Heidelberger Catechismus en de vragen van het leven.”
Dat er in Neustadt, met in de verte de glooiende wijnhellingen, nog zo veel sporen van de eminente theoloog uit Heidelberg te vinden zijn, weten maar weinigen – en ds. Beckmann wist het ook niet. Tot 2010, het jaar waarin „die Holländer” kwamen, met twee bussen tegelijk. Het blijkt een groep deelnemers te zijn geweest aan een kerkhistorische reis, georganiseerd door de Stichting Vrienden van Heidelberg en Dordrecht.
Niet lang daarna deed overigens nóg een groepje Nederlanders het Duitse stadje aan. Ds. Beckmann: „Deze mensen kwamen uit Genemuiden. Zij hebben het orgel van onze kerk gekocht.” Het drieklaviers instrument krijgt een plaats in het nieuwe kerkgebouw van de hersteld hervormde gemeente te Genemuiden. De protestantse kerk in Neustadt krijgt een kleiner orgel.
Als een ervaren gids leidt ds. Beckmann zijn bezoek intussen door het historische centrum. „In dit pand heeft Ursinus ooit gewoond.” Een kleine gevelsteen vormt het bewijs: hier woonde Zacharias Ursinus „uit Breslau”, van 1578 tot zijn dood in 1583. Ds. Beckmann: „Ursinus woonde in Heidelberg, maar toen de Palts een nieuwe keurvorst kreeg die luthers was, moest hij daar weg. Hij is toen naar Neustadt, aan deze kant van de Rijn, gevlucht. Hier is hij een tijd hoogleraar aan de universiteit geweest.” De voormalige predikantsopleiding, het historische Casimirianum, bevindt zich niet ver bij de Stiftskirche vandaan.
Ds. Beckmann wijst op de naam van de winkel op de begane grond naast het huis waar eens Ursinus woonde. „Baer – zie je? Laat dat nu Ursinus’ oorspronkelijke naam zijn: Baer, oftewel beer. Later heeft hij zijn naam verlatiniseerd, tot Ursinus. En nu zit dus hier een zaak met de naam Baer. Toeval, maar toch.”
Op naar de Stiftskirche, de kerk die in 1368 door keurvorst Ruprecht I ”gestiftet” (gesticht) werd. Deze ligt hier, met zijn tweede vrouw Beatrix von Berg, ook begraven.
En Ursinus ligt hier eveneens begraven. „Maar waar? We weten het niet, zijn nog steeds op zoek. Wat we zeker weten, op basis van een historisch document, is dat hij „in het koor” begraven ligt. Alleen: de kerk had twee koren: het ”Stiftschor” en het ”Pfarrchor”. Mógelijk is zijn graf in het koor dat nu in gebruik is bij rooms-katholieken, dat wil zeggen: een groep conservatieve katholieken die willen vasthouden aan de tijd van voor Vaticanum II.”
„In de tijd van de Reformatie werd deze kerk onderkomen van drie christelijke confessies. De gereformeerden –in de Pfalz noemen we onszelf protestants, niet zozeer evangelisch– kregen samen met de lutheranen het grootste deel van het gebouw tot hun beschikking. Achter een ”Trennungsmauer”, een scheidingsmuur, mochten de rooms-katholieken hun diensten blijven houden. Later hebben de lutheranen zelf een kerk gebouwd, die overigens alweer afgebroken is.” Sinds 1818 vormt de ”Evangelische Kirche der Pfalz”, die deel uitmaakt van de Evangelische Kerk van Duitsland (EKD) een „Union”: gereformeerden en lutheranen zijn verenigd.
„Maar terugkomend op Ursinus’ graf: we vermoeden dus dat het zich in het koor in het rooms-katholieke gedeelte bevindt. Op dit moment zijn we in het archief van de jezuïeten in Rome op zoek naar verdere details.”
Verwacht hij die te vinden? „Ik ben optimistisch. En het mooiste zou zijn als een en ander nog voor de heropening van de Stiftskirche, op 6 maart 2013, bekend zal worden.” Wijzend naar de steigers in en rond het bedehuis: „We hopen de restauratie dan klaar te hebben – 1,7 miljoen euro. De zesde maart 1583 is Ursinus’ sterfdatum.” Overigens zijn tijdens de restauratie unieke muurschilderingen ontdekt, daterend uit het begin van de vijftiende eeuw.
Door de stoffige kerkruimte gaat het, met bouwvakkershelm op, naar boven. Gebrandschilderde ramen beogen de herinnering aan reformatoren als Luther én Ursinus levend te houden. Beneden, aan een pilaar, is een aan Ursinus gewijde plaquette aangebracht (zie kader).
Ook in een van de twee kerktorens keert zijn naam terug: deze is verbonden aan een van de vijf klokken die er hangen. „Selig sind, die reinen Herzens sind”, staat er op de 339 kilo wegend klok uit 1920.
Vanaf de toren heb je trouwens een prachtig uitzicht over Neustadt en, bij helder weer, wijde omgeving. Ergens in de verte ligt Heidelberg. „Eigenlijk ligt Neustadt spiegelbeeldig ten opzichte van Heidelberg”, zegt ds. Beckmann. „Achter Heidelberg liggen de bossen; hier ook. En tussen de twee plaatsen in stroomt de Rijn.” Waar bijvoorbeeld ook Speyer en Worms aan gelegen zijn, steden die in de geschiedenis van het protestantisme een belangrijke rol hebben gespeeld. Frankenthal, de stad van Datheen, is hier eveneens dichtbij.
Kent Neustadt ook een synagoge? „Nee. Helaas niet meer. Verwoest tijdens de Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938.” De predikant wijst naar beneden. „Zie je daar het gebouw met het torentje, iets voorbij het Casimirianum? Daar stond de synagoge. Maar ook in Neustadt was een ”Gauleiter” die alles „Judenrein” wilde hebben.” Slechts een kleine steen herinnert nog aan het Joodse gebedshuis. Overigens – op een van de muren van de Stiftskerk is met grote letters gekalkt: „Gisteren brandden de synagogen, morgen… en dan volgt er iets over ”Ausländer”, buitenlanders.
Heeft de Neustadter predikant ondertussen zelf ook iets met Ursinus en de Heidelberger gekregen? „Voor een deel merk je dat het een geschrift is dat al eeuwen oud is. Maar er staan ook prachtige gedeelten in, die ik bijvoorbeeld met mijn confirmanten –catechisanten– wil gaan bespreken. De vraag Wie God is, of waarvoor wij eigenlijk leven – dat zijn nog steeds bijzonder belangrijke vragen. Ik hoop dat ik hun belangstelling daarvoor kan wekken.”
Tourist-Information, Hetzelplatz 1, Neustadt an der Weinstrasse, tel. 06321-926892, touristinfo@neustadt.pfalz.com. www.neustadt.pfalz.com >>pfalztours.eu
Zacharias Ursinus werd op 18 juli 1534 geboren in Breslau, in het huidige Polen. Ursinus is zijn Latijnse naam; eigenlijk heette hij Zacharias Baer (beer) – ”ursus” betekent ”beer”. Ursinus liet tal van publicaties en brieven na. Zijn bekendste geschrift is wel de Heidelberger Catechismus, die hij samen met Caspar Olevianus samenstelde. De twee theologen waren collega’s aan de universiteit van Heidelberg.
Op 6 maart 1583 overleed Ursinus in Neustadt, waar hij sinds 1578 woonde en hoogleraar was aan het Casimirianum. Twee dagen later, op 8 maart 1583, begeleidde een „grote, bedroefde gemeente” de nog geen 49-jarige theoloog naar zijn laatste rustplaats, in de ”Stiftskirche”, waar hij vaak op de kansel had gestaan. Daar is nog altijd de –Latijnstalige– plaquette te lezen die zijn collega’s destijds lieten plaatsen, vertaald: „Hier ligt het lichaam van Zacharias Ursinus uit Breslau, de oprechte theoloog, die de dwaalleer rond de Persoon en het avondmaal van Christus in woord en geschrift in alle scherpte bestreden heeft, de scherpzinnige filosoof, wijze mens en strenge opvoeder der jeugd…”
Ter gelegenheid van de 400e sterfdag van Ursinus in 1983 verscheen van de hand van de Duitse kerkhistoricus prof. dr. Gustav Adolf Benrath in de Reformierte Kirchenzeitung een uitvoerig artikel over ”Zacharias Ursinus als mens, christen en theoloog”. Benrath besluit dit als volgt: „De woorden, waarmee hij [het] geloof in de Heidelberger Catechismus had samengevat, hebben hem overleefd, zoals dit geloof ook ons overleven zal.”
Correctie 28 september 2012
De leden van de groep Nederlanders die in 2010 Heidelberg bezocht, maakten deel uit van een kerkhistorische reis georganiseerd door de Stichting Vrienden van Heidelberg en Dordrecht.