Gelderland pikt ruzie jeugdzorg niet langer
De provincie Gelderland gaat een hoorzitting organiseren voor alle partijen die bij de jeugdhulpverlening betrokken zijn. Daarna neemt de provincie maatregelen.
Op die hoorzitting mag iedereen vertellen waarom er niet effectiever en adequater kan worden gewerkt.
Dat heeft commissaris van de Koningin Kamminga gisteren aangekondigd bij de opening van het Academisch Centrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie Oost-Nederland (Ackjon) in Nijmegen. Kamminga zei „verscheurd door gevoelens van wanhoop, boosheid en afkeer” voor zijn gehoor te staan. „Het is een puinhoop in de sector. We zijn het zat. De samenleving pikt het niet langer”, aldus de commissaris.
De provincies zijn enkele jaren geleden door het Rijk verantwoordelijk gemaakt voor het deel van de jeugdhulpverlening dat niet onder de AWBZ-regeling valt. Gelderland trekt voor die zorg 90 miljoen euro per jaar uit, maar constateert dat de wachtlijsten blijven groeien en dat het aantal zwerfjongeren toeneemt. „In Gelderland wonen 10.000 jongeren met problemen die nauwelijks of te laat worden geholpen, terwijl ze hun wanhopige ouders achter zich aanzeulen”, zei Kamminga in Nijmegen. Volgens hem is de situatie in de rest van Nederland precies hetzelfde.
Volgend jaar start een proefproject waarbij probleemgezinnen bijstand krijgen van een coach. Effect hiervan moet zijn dat kinderen die een verhoogd risico lopen op ontsporing in de jeugd sneller hulp krijgen. Dat moet er ook toe leiden dat het aantal voortijdige schoolverlaters omlaag gaat.
De Gelderse commissaris stelt dat de samenleving het vertrouwen in de jeugdzorg helemaal heeft verloren. „Jongeren met acute problemen komen op wachtlijsten van tien weken terecht, omdat de sector een compleet gesloten wereld vormt waarin de betrokkenen elkaar vooral tegenwerken.” Kamminga verwijt de jeugdhulpverlening ernstig dat zij „jongeren kapot maken” omdat ze niet in staat blijken effectief met elkaar samen te werken.