Synagoge Delft viert 150e verjaardag met tentoonstelling
DELFT – Tussen alle 151 nog bestaande synagogen in Nederland neemt het Delftse exemplaar een bijzondere positie in. Het gebouw is het eerste dat werd ontworpen door een Joods architect.
Wie vanaf de Koornmarkt ter hoogte van nummer 12 een vluchtige blik opzij werpt, denkt daar, een eindje van de straat vandaan, een kleine Griekse tempel te zien staan. ”Mijn Huis zal een bedehuis genoemd worden voor alle volken”, staat er in het Hebreeuws op de kroonlijst boven de vier zuilen te lezen. Was getekend: Jesaja. Dit is geen Griekse tempel, maar een synagoge.
Het gebouw viert zijn 150e verjaardag met een tentoonstelling over de architectuur van Joodse gebedshuizen. De tentoonstelling bestaat uit een expositie van foto’s van in- en exterieurs van Nederlandse synagogen van de hand van de Joodse fotograaf Willy Lindwer. Lindwer maakte de foto’s eerder voor het boek ”Synagogen van Nederland.”
De foto’s geven een chronologisch overzicht van de ontwikkeling van de architectuur in Nederland, met daaraan gelinkt historische gebeurtenissen. Als de Bataafse revolutie in 1796 voor burgerlijke gelijkstelling zorgt en Joden zich voortaan overal mogen vestigen, duiken overal in de Mediene (de term waarmee Joden alles buiten Mokum definiëren) Joodse gemeenten op. Hun gebedshuizen zijn eenvoudig, vaak worden diensten bij gemeenteleden thuis gehouden, in zogeheten huissjoels.
Maar de gemeenten groeien en er komen speciale gebedshuizen. De architectuur van die eerste synagogen is erg ambachtelijk en onopvallend ten opzichte van de omgeving. De foto van de synagoge van Buren illustreert dit duidelijk: het gebouwtje is bijna niet te onderscheiden van de andere huizen in het straatje. Alleen de ramen met spitsbogen verraden een bestemming als gebedshuis, maar die zijn later aangebracht.
Wat later volgt het neoclassicisme, een bouwstijl die met zijn pilasters en kroonlijsten het groeiend zelfbewustzijn van de Joodse gemeenschappen uitdrukt. Een mooie verklaring voor de herkomst van die Griekse zuilen van de Delftse synagoge, die is opgetrokken in de jaren 1861 en 1862, naar een ontwerp van de Delftse civiel ingenieur Leon Winkel. „Winkel was Joods en deze synagoge is daarmee de eerste in Nederland die ontworpen is door een Joodse architect”, zegt Jan Paul Peters, medeorganisator van de tentoonstelling. Na Winkel volgden er meer: aan het einde van de negentiende eeuw verwerven bijvoorbeeld Izak Gosschalk en Emanuel Marcus Rood grote bekendheid.
De synagoge in Delft deed van de Tweede Wereldoorlog tot aan de jaren negentig maar heel af en toe dienst als synagoge – iets wat overigens geldt voor veel synagogen in heel Nederland. Ter vergelijking: in 1930 telt Nederland 143 plaatsen met een Joodse gemeente, nu zijn dat er nog maar 35.
Na de oorlog keerden slechts enkele Delftse Joden terug, waardoor de voor de diensten benodigde minjan –een groep van ten minste tien Joodse mannen van 13 jaar of ouder– niet eens kon worden bereikt. Het gebouw werd verkocht aan de gemeente Delft, die het gebruikte als opslagruimte. Na een restauratie in de jaren zeventig deed het een tijd dienst als repetitieruimte van de Muziekschool. In 1991 wilde de gemeente het gebouw verkopen aan het naastgelegen hotel, dat er een eetzaal van wilde maken. Daartegen rees protest en de Stichting Behoud Synagoge Delft werd opgericht. In 1996 kocht deze stichting het gebouw voor één Israëlische sjekel van de gemeente. Het gebouw wordt nu gebruikt als locatie voor culturele activiteiten en de Open Joodse Gemeente Klal Israël houdt er op beperkte schaal sjoeldiensten.
De tentoonstelling is tot en met 23 december te bezichtigen.