Er is een opvallende tegenstelling te zien tussen Oost- en West-Europa. In Oost-Europa zijn het vooral de welvarende en gezonde mensen die in de steden wonen. In het westen is dat precies tegenovergesteld, daar zijn mensen die in de stad wonen juist minder gezond dan dorpelingen. „De rijke, welvarende Nederlanders verlaten vaker de stad en gaan in de mooie dorpjes in de omgeving wonen”, verklaart Erik van Ameijden, hoofd epidemiologie van de gemeente Utrecht en inhoudelijk verantwoordelijke voor het project.

Toch hebben Nederlandse stedelingen in vergelijking met inwoners van andere Europese steden weinig te klagen. Driekwart van zowel de Amsterdammers als de inwoners van Utrecht beoordeelt hun gezondheid als goed tot zeer goed. Dat is meer dan in andere stedelijke omgevingen. Een op de tien Amsterdamse jongeren geeft aan op te groeien in een arme familie, bij Utrechtse jongeren is dat 6 procent. Beide percentages zijn significant lager dan het Europese gemiddelde.

De levensverwachting en de jaren doorgebracht in goede gezondheid zijn ook hoger dan andere landen. Inwoners van het Noorse Oslo en de Franse steden Bordeaux en Montpellier scoren ook goed op het gebied van levensverwachting. Mensen die in Kaunas en Siauliai (beide Litouwen) wonen leven relatief het kortst en in minder goede gezondheid.

Meer dan de helft van de Nederlandse stedelijke bevolking is hoger opgeleid (57 procent in Utrecht en 51 procent in Amsterdam) en dat is hoger dan Europees gemiddeld.

Het aantal zware drinkers (vijf of meer alcoholische dranken bij één gelegenheid) ligt onder Utrechtse jongeren flink hoger dan gemiddeld: namelijk 38 procent tegen 31 procent gemiddeld. Het cannabisgebruik ligt ook boven het Europese gemiddelde. Ongeveer een op de drie Amsterdamse en Utrechtse jongeren heeft het ooit gebruikt.