Het onderzoek zal op 29 september beginnen en duurt waarschijnlijk zeker een half jaar. Dat maakte hoofdofficier van justitie Annette Bronsvoort van het OM Leeuwarden donderdag bekend. Met dit onderzoek hoopt justitie in Friesland verwanten te vinden van degene die destijds zijn DNA heeft achtergelaten op het lichaam van de 16-jarige Marianne.

De mannen die worden gevraagd vrijwillig DNA af te staan, door middel van afname van wangslijm met een wattenstaafje, komen uit een kring van 5 kilometer rond de plaats delict. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) vergelijkt dat met het DNA van de dader.

Het lichaam van Marianne Vaatstra werd gevonden in een weiland bij Veenklooster. Mannen die op 1 mei 1999 tussen de 16 en 60 jaar oud waren, komen in aanmerking voor het onderzoek. Iedereen die door het OM wordt aangeschreven, moet schriftelijk toestemming geven voor gebruik van hun DNA voor dit specifieke onderzoek.

Justitie is op zoek naar een man van Europese afkomst die destijds in de regio woonde en een bekende was van Marianne. Een bij Marianne gevonden aansteker met daarop DNA van de verdachte en tips van getuigen wijzen erop dat Marianne de moordenaar kende. Die aanname wordt ondersteund door het rustige sporenbeeld op de plaats van de moord en aanwijzingen dat de dader op de fiets was.

„We zijn er van overtuigd dat we kans hebben dat dankzij de medewerking van de plaatselijke bevolking de moordenaar kan worden opgespoord”, zei hoofdaanklager Bronsvoort. Ze wees erop dat de afweging om deel te nemen aan het onderzoek, mogelijk persoonlijke dilemma’s kan opleveren. „Iedereen die meedoet, kan een familielid verdacht maken. Het is de kunst een selectie te maken die kans op succes geeft, terwijl het aantal deelnemers niet groter is dan strikt noodzakelijk.”