De Polen, volgens de bond gaat het om 800 man, zijn ingehuurd via Remak, een groot Pools installatiebedrijf. Volgens de FNV worden zij structureel onderbetaald en is dat in strijd met de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid (WAGA). Met een kort geding wil de vakbond afdwingen dat zij hetzelfde loon krijgen als hun Nederlandse collega’s. „Gelijk loon voor gelijk werk”, aldus Masja Zwart van de FNV.

Tegelijk hoopt de bond zo oneerlijke concurrentie tegen te gaan. Veel Nederlandse bouwvakkers zijn of worden ontslagen en bouwbedrijven gaan failliet. „Terwijl er tegelijkertijd in de Eemshaven volop werk is. Daar werken echter nauwelijks Nederlandse metaalwerkers en bouwvakkers.”

Het is voor het eerst dat de FNV een kort geding aanspant tegen een buitenlandse werkgever om het Nederlandse cao-loon te betalen. De uitspraak kan verstrekkende gevolgen hebben, omdat ook heel veel buitenlanders worden onderbetaald in de agrarische sector, het beroepsgoederenvervoer, de distributie van supermarkten en op andere grote bouwplaatsen als de Maasvlakte, aldus de vakbond.

De FNV schat dat zo’n drie op de vier bedrijven niet het cao-loon betalen waar buitenlandse werknemers, vaak Oost-Europeanen, wel recht op hebben. „Dat scheelt al snel 30 tot 40 procent aan salariskosten. Daarmee zijn deze bedrijven dus vele malen goedkoper dan de Nederlandse.”

De FNV wil met het kort geding ook afdwingen dat de Arbeidsinspectie vaker en strenger controleert op naleving van de wet en dat de hoofdaannemer aansprakelijk is voor overtredingen van zijn onderaannemers. Dit laatste is zo’n 2 jaar geleden in Noorwegen ingevoerd, en sindsdien zijn de problemen met ontduiking en oneerlijke concurrentie daar praktisch verdwenen, aldus de bond.