„Kapitein Westerling bekende executies” (met video)
HILVERSUM – Het NCRV-opinieprogramma Altijd Wat zendt dinsdagavond een interview met kapitein Westerling uit waarin hij toegeeft dat onder zijn leiding op Zuid-Celebes –het Indonesische eiland Zuid-Sulawesi– mensen standrechtelijk zijn geëxecuteerd.
Dat heeft de omroep dinsdagmorgen bekendgemaakt. Het interview met Westerling (1919-1987) door freelancejournalist Joop Buddinghausen is in 1969 opgenomen, maar nooit uitgezonden. Cameraman Hans van der Busken, die het gesprek filmde, gaf het materiaal aan de NCRV.
Raymond P. P. Westerling leidde commando’s van het depot speciale troepen (DST). Hij kreeg opdracht op Zuid-Celebes het gebied rond de hoofdstad Makassar van activisten te zuiveren en de orde te herstellen. Nederland had er de noodtoestand afgekondigd vanwege de acties van ”rampokkers” –onder wie sluipschutters–, die de situatie voor de Nederlandse militairen levensgevaarlijk maakten. De vrijheidsstrijders verscholen zich onder de inwoners en dwongen hen tot stilzwijgen.
Westerlings soldaten zijn beschuldigd van standrechtelijke executies. „Ik ben verantwoordelijk voor hun daden, en niet de troepen zelf”, zegt Westerling in de uitzending.
Ook geeft hij toe dat er oorlogsmisdaden zijn gepleegd op Zuid-Celebes, al betrekt hij dit niet op zichzelf. Volgens hem zijn drie ondergeschikten daarvoor uit hun functie gezet. Wel geeft hij aan dat er onder zijn persoonlijke leiding „minder dan 500” slachtoffers zijn gevallen, onder andere door mensen te executeren.
„Het interview is de onvoorwaardelijke erkenning dat er onder Westerlings leiding op Zuid-Sulawesi mensen standrechtelijk zijn geëxecuteerd”, zegt advocate prof. dr. L. Zegveld. „Dat is van groot belang. Het is juridisch relevant materiaal.”
Zegveld spant namens een groep nabestaanden van de slachtoffers van Westerling een proces aan tegen de Nederlandse staat. Vorig jaar kregen nabestaanden in het dorp Rawagedeh op Java excuses en een schadevergoeding voor het bloedbad dat Nederlandse troepen er in 1947 aanrichtten. Advocate Zegveld en het Comité Nederlandse Ereschulden besloten daarop ook op Sulawesi nabestaanden op te zoeken.
Indonesische onderzoekers hebben in 1977 vastgesteld dat er in de periode 1945-1950 565 Indonesiërs zijn gedood, van wie 256 tijdens de acties van Westerling in de periode december 1946-februari 1947. De Indonesische president Sukarno sprak over 40.000 slachtoffers, maar dat was anti-Nederlandse propaganda.
De militaire, politieke en justitiële top was van Westerlings optreden op de hoogte, maar stelde geen strafrechtelijke vervolging in.
Indonesische terreur
Critici wijzen erop dat het aantal slachtoffers van Indonesische terreurdaden veel groter was. Er zou sprake zijn van selectieve verontwaardiging, waarbij verzwegen wordt dat de Indonesische bevolking voor Westerlings komst zwaar te lijden heeft gehad, „toen honderden mannen, vrouwen en kinderen beestachtig gemarteld en vermoord werden door geïnfiltreerde Javanen, rampokkers en tientallen gedeserteerde Japanners”, stelt een blogger.
„Ook werden kampongs door de Indonesische terroristen platgebrand als de dorpelingen weigerden rijst af te geven of hen anderszins niet terwille wilden zijn.
Desahoofden die geen medewerking wilden verlenen, werden met hun hele familie gedood of moesten toezien dat er vergeldingsmaatregelen werden getroffen tegen vrouwen en kinderen. Bij een van die terreuracties (in een kampong in de buurt van Pare-Pare) is het voorgekomen dat de vrouw van het dorpshoofd is gedood terwijl ze haar baby aan het zogen was.”
Nadat de Indonesische onafhankelijkheid in december 1949 werd erkend, laaide de terreur op Zuid-Celebes opnieuw op. „Met 1955 als dieptepunt. Toen hebben bendes duizenden huizen in brand gestoken; zeker 1000 mensen beestachtig vermoord en zijn 1250.000 mensen op de vlucht geslagen.” Daarbij maakte het Indonesische leger zich schuldig aan standrechtelijke executies.