Amsterdam doet niet mee aan ’allochtonenstop’
De gemeente Amsterdam doet niet mee aan een ’allochtonenstop’ en neemt afstand van de uitdrukking ’vol is vol’. Dat liet een woordvoerder van wethouder R. Oudkerk (Diversiteit) vrijdag weten naar aanleiding van het voornemen van Rotterdam om kansarmen meer over de wijken te spreiden. Leefbaar Rotterdam pleit voor een ’allochtonenstop’ in die stad, omdat de vele nieuwkomers een onevenredig beroep zouden doen op de voorzieningen.
Amsterdam probeert meer gemengde wijken te realiseren door meer variatie aan te brengen in het woningenbestand. Daarnaast wil de gemeente meer mensen aan het werk helpen, waardoor de sociale verschillen binnen een wijk verminderen. Op het gebied van onderwijs wil de gemeente dat scholen een afspiegeling zijn van de buurt.
Net als in Rotterdam krijgen steeds meer wijken in Amsterdam een eenzijdige samenstelling van de bevolking. Uit een donderdag verschenen onderzoek naar de sociaal–economische situatie van de Amsterdammers blijkt dat de tegenstellingen en de concentraties toenemen. Mensen met een hoog inkomen wonen in het centrum en de aangrenzende stadsdelen. De sociaal zwakkeren, waaronder veel allochtonen, komen in de minder gewilde woonbuurten aan de rand van de stad terecht.
De Haagse wethouder Hilhorst (PvdA), onder andere verantwoordelijk voor volkshuisvesting, kent de Rotterdamse plannen nog niet. Hij ziet echter op voorhand niets in voornemens tot gedwongen spreiding van kansarmen over de stad, zegt zijn woordvoerster. De wethouder vindt dat mensen daar moeten kunnen wonen waar ze willen.