De Stichting Schreeuw om Leven stuurt deze dagen alle huisartsen in Nederland een bundel met verhalen van mensen die een abortus hebben laten plegen. Komende dinsdag krijgt ChristenUnie-kamerlid Tineke Huizinga het boekwerkje aangeboden. Volgens Schreeuw om Leven is het in 90 procent van de gevallen de huisarts die doorverwijst naar een abortuskliniek.

„In de spreekkamer van de huisarts wordt nog veel te weinig gepraat over de ingrijpende gevolgen die mensen ondervinden als ze een abortus laten plegen”, zegt L. P. Dorenbos, voorzitter van Schreeuw om Leven. „Veel vrouwen vinden een abortus een traumatische ervaring. Ze krijgen na de tijd vaak problemen, zoals lusteloosheid en depressiviteit.” Wel merkt hij dat de laatste tijd mondjesmaat meer aandacht komt voor dergelijke problemen. „Pas stond er zelfs een artikel in het feministische blad Opzij over dit onderwerp.”

Ook Mirjam den Boer-Neele, directeur externe betrekkingen van de VBOK, vindt dat er „absoluut te weinig” aandacht is voor de problemen na abortus. „In gesprekken met mensen die bij ons om hulp komen merken we dat huisartsen de vrouwen niet informeren over mogelijke psychosociale gevolgen van abortus. Verder zijn veel hulpverleners niet getraind in het onderkennen van problemen die te maken hebben met de abortusingreep. Bij medici is het onderwerp geen groot item.”

De Nisso Groep, landelijk kenniscentrum voor seksualiteit, concludeerde midden jaren negentig dat 10 tot 20 procent van de vrouwen die een abortus lieten plegen emotionele problemen kreeg. De pro-lifebeweging heeft twijfels bij dat percentage. Dorenbos van Schreeuw om Leven denkt dat „meer dan de helft” van de vrouwen kampt met problemen.

Het Prof. dr. G. A. Lindeboom Instituut wil binnen een halfjaar een literatuurstudie beginnen naar de emotionele gevolgen van abortus. Er zijn al giften binnengekomen voor het onderzoek. „Wij hebben aanwijzingen dat de problemen ernstiger zijn dan beleidsmakers en medici zeggen”, zegt directeur H. Jochemsen. Voor het onderzoek wil het instituut onder meer gebruikmaken van de nalatenschap van huisarts Van Riessen uit Lunteren, die een dossier aanlegde.

Vice-voorzitter Y. Hazeveld van Stisan, de koepel van vijftien abortusklinieken, stelt dat er wel aandacht is voor problemen na abortus. Ze wijst erop dat abortusklinieken vrouwen op de mogelijkheid van gespreksgroepen wijzen. Hazeveld geeft toe dat „sommige” vrouwen „heftige” problemen kunnen krijgen. „Die problemen staan vaak niet op zichzelf. Vaak spelen ook relatieproblemen of moeilijkheden op het werk een rol. Abortus is dan de druppel die de emmer doet overlopen.”