„Leeftijd mag ook bij defensie niet spelen”
Een wet die leeftijdsdiscriminatie verbiedt, moet ook gelden voor de krijgsmacht. Een ruime meerderheid van de Tweede Kamer bepleitte dat woensdagmiddag bij de behandeling van het wetsvoorstel.
Het wetsvoorstel heeft tot doel de Nederlandse wetgeving aan te passen aan de Europese voorschriften. De krijgsmacht wordt echter ontzien, omdat aan defensiepersoneel hoge fysieke eisen worden gesteld. Bovendien is de krijgsmacht door zijn bijzondere positie niet te vergelijken met andere beroepsgroepen.
Het maken van een uitzondering voor de krijgsmacht mag volgens de Europese regelgeving. Ook andere EU-lidstaten, zoals het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk en Spanje, hebben daarvan gebruikgemaakt, zo hield minister De Geus (Sociale Zaken) de Kamer voor.
De meeste fracties waren echter niet overtuigd. Ze vinden dat de overheid het niet kan maken om voor een belangrijk overheidsorgaan als de krijgsmacht een uitzondering te maken.
De Kamer had wel begrip voor een ander argument van De Geus. Het verbod op leeftijdsdiscriminatie zou extra druk leggen op de grote afslankoperatie waarvoor de krijgsmacht staat. Daarbij moeten duizenden banen verdwijnen. De VVD stelde daarom voor om voor de krijgsmacht een overgangstermijn van enkele jaren te hanteren.
De Geus wil echter vooralsnog vasthouden aan de uitzonderingspositie voor de krijgsmacht. Hij ontraadde de Kamer een wijzigingsvoorstel van de PvdA aan te nemen, waarin aan die uitzonderingspositie een eind wordt gemaakt. Wel is de minister bereid om bij de evaluatie van de wet, over vijf jaar, nog eens goed naar de positie van de krijgsmacht te kijken.
In een poging de Kamer te overtuigen zal De Geus de Kamer nog aanvullende informatie sturen, onder meer over de situatie in andere EU-lidstaten. Hij zal dat doen vóór het wetsvoorstel volgende week in stemming komt.