’Onderwijsinvestering eerste stap’
De extra investering in kennis en onderwijs, begroot op 700 miljoen, is volgens het Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) niet meer dan een goede maar bescheiden eerste stap. Want al geplande bezuinigingen in het onderwijs gaan onverkort door.
Volgens het sectorbestuur, waarin werkgevers en werknemers zich hebben verenigd, kan investeren in onderwijs geld opleveren. Voor de Nederlandse economie en de concurrentiepositie maar ook voor een betere volksgezondheid, meer sociale cohesie en minder criminaliteit.
Als het gemiddelde opleidingsniveau van de beroepsbevolking met een jaar toeneemt, levert dat een besparing op van ruim 1 miljard euro op de kosten van criminaliteitsbestrijding en sociale zekerheid. Hoger opgeleiden zijn namelijk minder crimineel en doen minder een beroep op sociale voorzieningen.
In het woensdag verschenen rapport Effectief investeren in onderwijs en onderzoek stelt het SBO dat de nieuwe ronde van langjarige onderwijsinvesteringen niet alleen moet worden gericht op knelpunten, maar ook op echte vernieuwing. Het SBO kiest voor het tegengaan van voortijdig schoolverlaten en het scheppen van ’centres of excellence’, waar deskundigen ervaring en kennis bijeenbrengen. Onderwijs en onderzoek zijn waardevolle producten, die een koopkrachtige vraag naar kennis kunnen uitlokken, merkt het bestuur op.
Volgens het SBO moet het Innovatieplatform, dat premier Balkenende deze week installeert, geen superministerie worden. Daarom is het zaak nu al uit te spreken dat het na een bepaalde periode weer verdwijnt.
Een extra jaar onderwijs maakt van mensen gezondere, economisch zelfstandiger burgers met een hogere kwaliteit van leven. De rendementen komen bovenop de eerder vastgestelde economische groei van 0,3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) per jaar door onderwijsinvesteringen.
Volgens het SBO is de 700 miljoen aanjaaggeld. De investering moet het mogelijk maken dat in een later stadium meer geld vrijkomt. In het verleden hebben onderwijsinvesteringen onvoldoende effect gehad. Dat heeft te maken met de manier waarop het proces in Nederland is georganiseerd. Het gebeurde te veel op basis van Haags begrotingsdenken en te weinig aansluitend op initiatief en ondernemerschap. Het was een zaak van deelbelangen, zelden van brede vernieuwing.