Economie

Gemakkelijk kamperen in een oppomptent

ZWAAG – Een Karsten Tent opzetten is te gemakkelijk om waar te zijn. Vlak stukje grond uitzoeken, grondzeil vast­prikken, compressortje aanzetten – en een biertje pakken. Niks hannesen met stokken.

Ellen van de Beek
24 July 2012 09:26Gewijzigd op 14 November 2020 22:18
Maarten Takken (l.) en Marie José Takken-Karsten in het atelier achter hun kampeerwinkel. Foto Dick Vos
Maarten Takken (l.) en Marie José Takken-Karsten in het atelier achter hun kampeerwinkel. Foto Dick Vos

De ‘buizen’ van de oppompbare tenten van Karsten Tenten bestaan uit niet meer dan rubber brandweerslang gevuld met lucht, maar ze voelen ver­rassend stevig aan, zo blijkt na wat sjorren aan een opgezet exemplaar in de showroom in Zwaag. Die kan wel een windje of wat hebben, zegt Maarten Takken, samen met zijn vrouw Marie José Takken-Karsten eigenaar van Karsten Tenten, tentenmakerij en kampeer- en outdoorwinkel.

In 1981 ging de eerste oppompbare Karsten Tent in de verkoop. Inmiddels heeft het familiebedrijf uit het Noord-Hollandse Zwaag zich een solide plaats verworven in het hogere segment van de tentenbranche. De Takkens hebben vijftig 
man personeel in dienst en 10.000 vierkante meter werk- en verkoopruimte ter beschikking. In 1974 was dat wel even anders. De firma Karsten begon als dumpzaak aan huis, onder leiding van de broers Piet en Gerard Karsten. Ze verkochten alles wat los en vast zat, en langzaam rolden de twee de kampeerbranche binnen. De penibele economische situatie aan de vooravond van de jaren tachtig trof echter ook de winkel van de gebroeders.

De zaken gingen slecht en er moest een nieuwe melkkoe komen. Gelukkig liep handige schoonzoon Maarten Takken al vanaf z’n vijftiende in de zaak mee. Toen er een oppompbaar werktentje uit de bouw ter reparatie binnenkwam, bracht dat hem op het idee dit principe toe te passen op kampeertenten.

Boven de garage, in een hokje waar het ’s winters binnen net zo hard vroor als buiten, zette Maarten een naaimachine op een tafeltennistafel en begon hij te experimenteren met stukken brandweerslang en tentdoek. Op de Kampeer & Caravan RAI in 1981 debuteerde de oppompbare tent. Na afloop regende het goede recensies.

Karsten Tenten kan nu honderden modellen van de oppompbare tent leveren in een zestal kleuren. Elke tent wordt handmatig gemaakt in het atelier achter de winkel. Er is geen computer te bekennen. Wel veel handgezaagde houten mallen. „Wij zijn heel eenvoudig”, lacht Takken. Zijn vrouw: „Hij heeft geen tekeningen nodig. Zijn handen maken wat hij ziet.”

De basis van een Karsten Tent is een koepel, met in plaats van stokken twee brandweer­slangen met autoventielen en van getwijnd garen geweven doek van Ten Cate. Oppompen kan met een voetpomp, maar het handigst is om een klein compressortje aan te schaffen. De buizen moeten een druk hebben van 3 bar. Het opzetten van een kleine basiskoepeltent kost zo’n acht minuten.

Behalve aan particuliere kampeerders leverde Karsten Tenten ook oppompbare tenten aan het Rode Kruis en aan het leger.

Omdat Karsten Tenten niet, zoals veel collega’s waar­onder de bekende tentenmaker De Waard, is overgegaan op productie in Oost-Europa of China, maar het atelier in huis houdt, is de productie niet heel hoog, maar de mogelijkheid tot maatwerk onbegrensd. Het kan een oplossing op de groei zijn, zoals het kleine koepeltentje dat je kunt vastkoppelen aan de grote ‘moedertent’, maar dat je er ook, als de kinderen ouder zijn, los naast kunt zetten. Of die kleine tent voor een motorjournalist. Of die tent voor die mensen die door Afrika trokken en die boven op de jeep paste.

Een Karsten Tent is niet goedkoop: voor het eenvoudigste model van 2 bij 2 meter betaal je 600 euro. Als het goed is, gaat-ie dan wel twintig jaar mee. Jaarlijks verkoopt Karsten zo’n 
1500 kampeertenten. De recessie hakt er harder in dan de regen die tot vorige week met bakken naar beneden kwam. „We verkopen zo’n 10 procent minder”, schat Takken.

Gelukkig heeft hij nog een lucratief ijzer in het vuur. Het bedrijf levert onder de naam Tentworld Unlimited in heel Europa polyester werktenten aan de bouw- en infrastructuursector. Takken: „De verdeling 
is 40 procent kampeertenten, 
60 procent werktenten.”

Karsten profiteert van het strengere regime in de geplaagde bouwsector. „De potjes voor vorstverlet zijn leeg”, zegt Takken. „Maar als je mét een tent kunt doorwerken, heb je die tent er zo uit.” Een eenvoudig exemplaar doet 550 euro. Karsten maakt daarnaast ”safety screens”, de grote witte schermen die op straat worden geplaatst rond ongevallen.

En verder kan iedereen met gekke dingen aankloppen bij het atelier. „Bootkappen, lounge­sets, veranda’s die dichtgemaakt moeten worden, noem maar op”, zegt Takken. „Ik heb ook eens het doek van een antieke parasol vervangen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer