SGJ draagt taak jeugdbescherming vrijwel zeker over
AMERSFOORT – De christelijke jeugdzorginstelling SGJ draagt haar jeugdbeschermingsactiviteiten naar verwachting over aan een andere organisatie.
Door intensieve samenwerking met diverse instellingen en overdracht van taken wordt de SGJ op termijn wellicht opgeheven, zo maakte de jeugdzorginstelling dinsdag bekend.
De SGJ verwacht dat ze haar jeugdbeschermingsactiviteiten zal onderbrengen bij een door het ministerie van Justitie gecertificeerde organisatie. Over de concrete gevolgen daarvan kon woordvoerder Christa Medema woensdagochtend nog weinig zeggen. „We hopen de nodige zeggenschap te houden en herkenbaar te blijven als christelijke organisatie.”
De maatregel is volgens de SGJ nodig omdat er „in het nieuwe jeugdzorgstelsel geen plaats is voor een kleine, landelijk werkende jeugdbeschermingsinstelling.” De veranderingen in het stelsel hebben „grote gevolgen” voor het voortbestaan van de organisatie. „Samenwerking met en/of overdracht van activiteiten aan andere christelijke partners biedt de meeste kans om christelijke zorg veilig te stellen.”
Vorig jaar startte de SGJ gesprekken met ggz-instelling Eleos over samenwerking. Deze moet volgens Medema volgend jaar concreet gestalte krijgen. Ook met het Leger des Heils hebben gesprekken plaats over mogelijke samenwerking.
Vanaf 2015 worden gemeenten verantwoordelijk voor de financiering en de inkoop van alle vormen van jeugdzorg. In de periode 2012 tot 2015 zullen, bij wijze van tussenstap, de provincies de landelijke werkende instellingen financieren.
Uit recente gesprekken met provincies is gebleken dat niet elke provincie de SGJ wil subsidiëren. „Bestaande subsidierelaties staan onder druk. Als gevolg hiervan is er in de desbetreffende provincies beperkte of geen keuzevrijheid meer voor cliënten die gebruik willen maken van christelijke jeugdzorg van SGJ.” Het gaat volgens Medema onder meer om Zuid-Holland, „waar we veel cliënten hebben.”
In maart plaatste de Inspectie Jeugdzorg de SGJ voor maximaal een jaar onder verscherpt toezicht. De SGJ was over „een langere periode” en „bij herhaalde toetsing” niet in staat gebleken aan de kwaliteitseisen te voldoen. De SGJ stelde daarop een verbeterplan voor de hele organisatie op. Volgens Medema bestaat er geen verband tussen de aangekondigde veranderingen en het verscherpte toezicht door de inspectie. „De maatregelen zijn een gevolg van de wijzigingen in het stelsel en zouden sowieso zijn doorgevoerd.”
De SGJ heeft circa 150 voltijds arbeidsplaatsen. Medema kan nog niet aangeven welke consequenties de veranderingen in de organisatie zullen hebben voor de toekomstige omvang van het personeelsbestand.