Dick Hoogendoorn (50) kijkt vanuit zijn werkkamer uit over de Beatrixhaven en de Merwede. Op de rivier is het een drukte van belang. Veel vrachtschepen, maar ook luxejachten passeren Werkendam. Daar, op het water, ligt de oorsprong van zijn bedrijf.

Vader Hoogendoorn begon zo’n vijftig jaar geleden als scheepstimmerman voor zichzelf. Lange tijd leverde de scheepsbouw genoeg werk op, en dat veranderde niet toen Dick zeventien jaar geleden de leiding kreeg. Zo’n tien jaar geleden was er nog sprake van een hausse in de afbouw van nieuwe binnenvaartschepen. Hoogendoorn groeide mee. Maar omstreeks 2008 kwam de kentering. De maritieme sector liep terug en de vooruitzichten waren ongunstig.

„Je zag aankomen dat de markt verzadigd raakte: er waren voor langere tijd genoeg nieuwe schepen gebouwd. De 
crisis heeft dat nog eens versterkt. Als de economie niet groeit, is er minder vraag naar transport en ontstaat overcapaciteit,”, verklaart Hoogendoorn.

Ook voor de inrichting van cruiseschepen, vanouds naast de binnenvaart een belangrijke opdrachtgever van Hoogendoorn, waren de vooruitzichten slecht. In 2003 sloot scheepswerf Van der Giessen-de Noord in Krimpen aan den IJssel, een bekende bouwer van nieuwe cruiseschepen. Het aantal opdrachten liep terug naar nul.

Hoogendoorn wachtte niet af. „In 2007 hebben we gezegd: Wat gaan we doen, interieurbouw of luxejachtenbouw? Het werd interieurbouw, omdat we dachten daar wat gemakkelijker binnen te kunnen komen”, vertelt de directeur.

Een accountmanager werd aangetrokken en de eerste opdrachten druppelden binnen. „Doordat we een forse werkplaats hebben, konden we ook wat grotere projecten binnenhalen. Daarmee vestig je je naam. Bovendien stonden we door onze achtergrond in de scheepsbouw goed aangeschreven. Scheepsbetimmering staat voor kwaliteit.”

Hoogendoorn noemt een paar voorbeelden: de inrichting van het Orbisziekenhuis in Sittard, het Scheepvaart- en Transport College in Rotterdam en als klapper vorig jaar het nieuwe hoofdkantoor van Rabobank Nederland in Utrecht. Op dit moment wordt het interieur voor een hotel met 450 kamers in Amsterdam gereed gemaakt.

Hoogendoorn maritieme betimmeringen en interieurbouw, zoals de onderneming voluit heet, is met 110 medewerkers een van de grotere werkgevers in Werkendam. Dankzij de stap naar de interieurbouw wist Hoogendoorn zijn personeel aan het werk te houden. Gemiddeld wordt er aan vijftig projecten tegelijk gewerkt. Bij een jaaromzet van 20 miljoen euro maakt het bedrijf op dit moment een bescheiden winst.

Uiteraard is er ook leergeld betaald. Hoogendoorn kreeg te maken met binnenhuisarchitecten die specifieke wensen hadden, in de werkplaats deden nieuwe materialen hun intrede en ook op logistiek gebied kwamen er nieuwe uitdagingen. Bijvoorbeeld rond het binnenbrengen van het meubilair op de locatie van bestemming: „Op een werf is altijd wel een kraan te regelen, maar in kantoren ben je afhankelijk van liften. Daar moet het dus in passen. Bovendien is alles heel strak gepland.”

Vaak wordt in fasen aan zo’n gebouw gewerkt, wat weer risico’s met zich mee bleek te brengen. Hoogendoorn geeft een voorbeeld: „Bij het Orbis­ziekenhuis moesten we zestig balies leveren. Tussen de afbouw van de onderste en de bovenste verdieping zat drie maanden. Bij de oplevering bleek een balie beschadigd. Niet door ons, maar door mensen van een bedrijf dat later nog aan die afdeling gewerkt had. Daar leer je van: zodra je je product geleverd hebt, meteen de afnemer erbij halen.”

In de hotelmarkt ziet Hoogendoorn veel kansen voor groei. „Wereldwijd neemt het toerisme toe. Als de Aziaten allemaal een keer naar Europa reizen, komen we hier hotels tekort.” Maar de maritieme markt wil hij zeker behouden. „Daar hebben we een goede naam en we krijgen nog steeds opdrachten.” Om het risico nog wat meer te spreiden wil hij volgend jaar alsnog de jachtenbouw benaderen.

De interne verbouwing die momenteel aan de gang is heeft alles met die verdere specialisatie te maken. „We splitsen onze organisatie op. Beide marktsegmenten krijgen hun eigen afdelingen calculatie en werkvoorbereiding.”