Stroomstoring Nieuwegein: Vlees gaat bij het afval
NIEUWEGEIN – „Een grote tegenvaller.” Zo noemt Bas van Meegen, eigenaar van een supermarkt in Nieuwegein, de grootschalige stroomstoring die de stad sinds donderdavond teistert.
Voor Van Meegen betekent de stroomstoring een forse kostenpost. „Versproducten in de koeling, zoals melk, vers versneden groente, ijsjes en vlees kunnen bij het afval.” De ondernemers schat de schade op zo’n 10.000 tot 15.000 euro. Hij is wel verzekerd.
Van Meegen besloot donderdagavond voor zijn winkel te gaan posten in zijn auto. „Een van de rolluiken, met sigaretten daarachter, ging niet naar beneden. Het alarm doet het niet.”
In de afgelopen nacht wekte hij zichzelf ieder halfuur. „Mocht er weer stroom zijn, dan kon ik meteen de apparatuur weer inschakelen.”
Een diepvries in de winkel doet het dankzij een generator nog. „Die hebben we tot de nok gevuld.”
Vrijdag probeert Van Meegen de uren door te komen door „in het schemerdonker” vakken te vullen. „Ik heb nog wat vracht staan. Dan gaat het om lang houdbare producten, zoals koffie en thee.”
Voor het geval de stroom het morgen weer doet, heeft Van Meegen een leverancier geregeld die morgenochtend vroeg paraat kan zijn om snel verse producten te leveren.
Tot zijn spijt zal de winkel vrijdag en zelfs mogelijk zaterdag de deuren niet kunnen openen. „Dat is erg vervelend. Het zijn voor ons de drukste dagen. Ik mis nu de levendigheid. Het is hier een dooie boel.”
Daar staat tegenover dat er wat meer contact is met getroffen ondernemers. „Enerzijds is er redelijke gelatenheid. Je kunt er niets aan doen. Anderzijds wordt er langzamerhand wat gelachen. Je hoort allerlei verhalen. De ijscoman over zijn ontdooide ijs. De slager zonder vlees. De kreeften in het restaurant die het niet overleven.”
Ook John van Hesteren van een restaurant in het centrum van Nieuwegein kampt met de gevolgen van de stroomstoring. „Ineens ging gisteravond om kwart over negen alles uit. Gelukkig waren de gasten al weg, op één tafel na.”
Omdat de rolluiken niet naar beneden konden, bleef Van Hesteren afgelopen nacht in zijn restaurant. „Om een uur of vier zijn we maar op de grond gaan liggen.”
De restauranthouder schat dat hij enkele duizenden schade oploopt. Verse vis en vers vlees kan hij niet meer aan zijn klanten kwijt. „Wij houden verse kreeften. Die hebben het loodje gelegd.”
Als de storing ook nog morgen aanhoudt, vreest Van Hesteren dat hij voor 10.000 euro het schip ingaat. „Overdag maken wij de zaken zelf klaar. Dat kan nu niet.” Of hij de schade vergoed krijgt, is voor hem nog een vraag. „Dat is allemaal moeilijk. Ik heb er nog geen uitsluitsel over.”
Van Hesteren houdt de moed erin. „Er zijn mensen die het slechter hebben in dit leven. We maken er het beste maar van. Misschien ga ik vanaf zelf uit eten, in een andere plaats.”