Vrede stichten en irritaties wegnemen
„Ik ben de grootste, ik herhaal: de grootste politieke leider op de Antillen. Vierendertig procent van de kiezers stemde op mij. Daarom eis ik respect voor mijn persoon, mijn opvattingen en mijn partij.”
Anthony Godett, momenteel de meest omstreden politicus in het Koninkrijk der Nederlanden, gaat er stevig tegenaan. Tijdens het bezoek van de Nederlandse fractievoorzitters aan de Antilliaanse Staten toont hij noch tegenover oppositiepartij PAR noch tegenover de delegatie uit Nederland enige omzichtigheid. Oppositiepartij PAR, tot mei dit jaar aan de regering, heeft het land alleen maar verder naar de afgrond geholpen. „Een dictatoriale regering.”
En laat men aan de andere kant van de oceaan toch ophouden met zeuren over de bodyscan voor bolletjesslikkers. „Dat ding heeft geen enkel effect.” Nederlandse politici kunnen zich tijdens hun werkbezoek beter concentreren op de echte problemen van de Antillen: een economische terugval die nu al zes jaar duurt, armoede onder een groot deel van de bevolking. „U moet deze week niet in auto’s over het asfalt scheuren, maar lopen, op zandweggetjes.”
Delegatieleider Weisglas en de andere Hollandse parlementariërs hadden van Godett waarschijnlijk niet veel anders verwacht. Toch is de toon die de leider van de grootste partij op de Antillen aanslaat, vandaag wel bijzonder heftig. Tot ontsteltenis van de voorzitter van de Staten brandt Godett meteen los in het Papiamento, zich niet bekommerd om het feit dat er helemaal geen tolk aanwezig is.
Maar ook de andere statenleden zijn kritisch richting Nederland. Waar Verhagen (CDA), Bos (PvdA) en de anderen er deze reis duidelijk op uit zijn de verhoudingen met de Antillen te normaliseren, kunnen zij niet verhinderen dat de irritaties die op Curaçao ten aanzien van Nederland leven, voortdurend aan de oppervlakte komen.
We moeten het belang van dit bezoek niet overdrijven, meent Weisglas. „’t Is een beleefdheidsbezoek; niet meer en niet minder.” Er heeft zich, zowel op Curaçao als in Nederland, een generatiewisseling van politici voorgedaan, analyseert Bos. Alle fractieleiders van de vorige reis naar de Antillen, tweeënhalf jaar geleden, te weten Melkert, Dijkstal, De Graaf, De Hoop Scheffer, Rosenmöller en Van Dijke, hebben plaatsgemaakt voor hun opvolger. „Daarom moeten we om te beginnen investeren in de persoonlijke verhoudingen.”
Daar komt volgens Bos nog iets bij. „Mensen als Joop den Uyl en Jan de Koning kwamen hier zeer regelmatig. Ze hadden op de Antillen hun politieke vrienden die ze persoonlijk kenden en heel gemakkelijk opbelden. Die nauwe persoonlijke banden zijn we helaas kwijt.”
Zo kijkt ook ChristenUnie-leider Rouvoet tegen dit werkbezoek aan. „Dit bezoek mag niet beheerst worden door steken onder water. Laten we proberen elkaar goed te begrijpen en verder te helpen. Ik hoor hier nogal eens de klacht dat de Antillen in Nederland goede projectvoorstellen indienen, maar daar nooit antwoord op krijgen. Dat lijkt me nu typisch een punt dat oplosbaar moet zijn.”
Ook van Antilliaanse kant is er tijdens dit werkbezoek een duidelijk streven van vredestichten. Maar niet zonder de interne problemen helder te benoemen. Die zijn niet het al of niet hebben van een bodyscan op de luchthaven Hato, valt statenlid De Castro Godett bij. „We verkeren al negen jaar in een economische recessie. De werkloosheid is 16 procent, onder jongeren 34 procent. Ouden van dagen moeten leven van 500 gulden per maand. Dat zijn structurele problemen die met voorrang aangepakt moeten worden.”
De bolletjesslikkers nemen maar een klein percentage van de totale drugssmokkel naar Europa voor hun rekening. Het grootste deel van de cocaïne komt via de haven van Rotterdam Nederland binnen. „Het probleem moet veel breder aangepakt worden. Anders verliezen we het gevecht.”
Zo uitvoerig als de Nederlandse fractievoorzitters in een speciale statenvergadering met de Antilliaanse statenleden van gedachten kunnen wisselen, zo kort duurt de ontmoeting met premier Mirna Godett. Een halfuur was de planning. Het wordt een goed kwartier, doordat Mirna Godett vijftien minuten te laat arriveert. „Familieomstandigheden.”
Een smoes in de trant van: de brug stond open? Het bekende Antilliaanse kwartiertje? Of toch een bewuste schoffering van de Nederlandse delegatie? De fractieleiders laten zich niet verleiden tot een publieke interpretatie. Ze willen het als het even kan gezellig houden. „Ik vind een omhelzing altijd prettig”, zegt Bos, blijkbaar beland in een gesprek over begroetingsrituelen, op bijna flirtende toon tegen mevrouw Godett.
En delegatieleider Weisglas spreekt later van een kort, maar „ontspannen gesprek.” En ja, in de informele gesprekken had mevrouw Godett „gewoon Nederlands” gesproken…