Ossel maakte de plannen in maart vorig jaar bekend. Eigenlijk was de bedoeling dat de haven al begin dit jaar op eigen benen kwam te staan. Dat lukte niet, omdat de gemeenteraad eerst nog antwoord wilde hebben op enkele vragen. Die heeft Ossel maandag gegeven.

De haven is nu nog een gemeentelijk bedrijf, maar moet een overheids-nv worden. Het is dan een zelfstandig bedrijf, waarvan de aandelen in handen van de overheid zijn.

Volgens de gemeente kan een verzelfstandigde haven de internationale concurrentie beter aan en is het beter mogelijk om samen te werken met andere partijen. Ossel sprak maandag van „een toch wel historisch besluit”.

Amsterdam blijft de eerste 3 jaar de enige eigenaar van de haven. Daarna wil de hoofdstad aandelen verkopen aan gemeenten uit de regio, de provincie, het Rijk of andere havenbedrijven (mits die in handen zijn van de overheid). De grote broer in Rotterdam is daar een voorbeeld van. Amsterdam wil wel een bepalende rol blijven spelen in de haven, maar het is nog onbekend of dat moet gebeuren door de meerderheid van de aandelen zelf te houden of door een ‘gouden aandeel’.

De haven blijft verantwoordelijk voor bepaalde publieke taken, zoals het beheer van de openbare ruimte. De grond in het havengebied blijft eigendom van de gemeente.

De haven hoeft echter 50 jaar lang geen erfpacht te betalen (wat wel gebruikelijk is in Amsterdam). Er is afgesproken dat de bestuurders van de haven niet meer gaan verdienen dan de balkenendenorm.

De gemeenteraad moet nog over de plannen stemmen. Dat gebeurt na de zomer. De Amsterdamse haven is de vierde haven van Europa. Hij zorgt voor 55.000 directe en indirecte banen in de regio.