Buitenland

Netanyahu: Hezbollah en Iran achter geweld Syrië

JERUZALEM – Iran en de Libanese Hezbollah zijn betrokken bij de slachtpartijen die in Syrië plaatsvinden. Dat hebben de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en andere hoge Israëlische regeringsfunctionarissen zondag gezegd.

Buitenlandredactie
11 June 2012 08:57Gewijzigd op 14 November 2020 21:31
Netanyahu. Foto EPA
Netanyahu. Foto EPA

Netanyahu beschuldigde de machtige anti-Israëlische bondgenoten van Syrië ervan het regime van president Bashar al-Assad te helpen de opstand in het land hardhandig neer te slaan.

Israël vreest een groeiende instabiliteit in de regio en kijkt met argusogen naar de ontwikkelingen in Syrië. Hoge Israëlische regeringsfunctionarissen roepen steeds vaker en harder om het aftreden van Assad, maar ontkennen dat ze de oppositie in Syrië steunen.

Vicepremier Shaul Mofaz waarschuwde dat Iran en Hezbollah het Syrische conflict de grens over kunnen tillen en veroordeelde de gebeurtenissen in de scherpst mogelijke bewoordingen. „Een misdaad tegen de menselijkheid, genocide, vindt maandag de dag plaats in Syrië”, zei hij.

President Shimon Peres riep wereldmachten op tussenbeide te komen. De internationale gemeenschap doet volgens hem te weinig om een einde te maken aan het bloedvergieten.

De Britse minister van Buitenlandse Zaken, William Hague, sluit militair ingrijpen in Syrië niet langer uit. De situatie in het land begint volgens hem te lijken op die in Bosnië in de jaren negentig.

Tegen Sky News zei Hague dat er weinig tijd meer is om het wapenstilstandsplan van internationaal gezant Kofi Annan uit te voeren. Hij zei dat Groot-Brittannië „niets uitsluit”, omdat Syrië „op de rand van instorting of een sektarische burgeroorlog” verkeert.

Rusland verliest eveneens het vertrouwen in het internationale vredesplan, dat een einde moet maken aan het geweld in Syrië. Het plan „begint serieus te haperen, maar we zien geen alternatief voor de uitvoering ervan”, heeft de Russische minister Sergej Lavrov (Buitenlandse Zaken) zaterdag gezegd.

Het alternatief dat sommige landen zien, namelijk militair ingrijpen, is voor Rusland geen optie. „We zullen het gebruik van geweld niet toestaan in de Veiligheidsraad”, verklaarde Lavrov. Toen westerse landen vorig jaar wilden ingrijpen in Libië, hield Rusland zich in de Veiligheidsraad afzijdig.

Lavrov zei ook dat Rusland niet per se tegen een vertrek van de Syrische president Assad is. „Als de Syriërs het daar onderling over eens zijn, zouden we zo’n oplossing met alle plezier steunen. Maar we vinden het onaanvaardbaar dat het van buitenaf wordt opgelegd”, aldus Lavrov.

Geweld in Syrië heeft dit weekeinde zeker 123 mensen het leven gekost. Daardoor is het aantal doden tijdens de opstand opgelopen tot boven de 14.000. Dat heeft een Syrische mensenrechtengroep zondag gezegd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer