De standaardtechniek waarop Wi-Fi draait is verouderd, zo blijkt. Zo kan het zijn dat een laptop verbonden is met een router, maar dat een andere router vanaf elders ook gaat proberen contact te maken met dezelfde laptop. „Dat maakt de verbinding trager, want een groot deel van de bandbreedte wordt dan gebruikt voor iets wat niet nodig is, in plaats van dat er dataverkeer plaatsvindt. In feite gaat Wi-Fi ten onder aan zijn eigen succes”, aldus onderzoeker Roel Schiphorst.

Een andere oorzaak voor het trage internet is dat verzonden datapakketten botsen, doordat verschillende apparaten op dezelfde frequentie werken. „Maar op zich is het geen probleem als meerdere mensen op één netwerk zitten, het is meer de techniek die niet optimaal is”, aldus Schiphorst.

De onderzoekers pleiten er dan ook voor om de standaardtechniek te veranderen. „Als je voorkomt dat er ontzettend veel onnodige controlepakketten worden verstuurd, kan je ervoor zorgen dat 80 procent van de bandbreedte wordt gebruikt voor het versturen van daadwerkelijke data. Dat betekent dat het draadloos internet sneller wordt.”

„Vermoedelijk zou de aanpassing een aantal jaar duren. Eerst moeten daar internationale afspraken over worden gemaakt en vervolgens moet er langzaam maar zeker worden omgeschakeld. Maar dan zie je al een geleidelijke verbetering”, meende Schiphorst.