Het gaat goed met de Nederlandse wetenschap en het gaat niet goed, zei Dijkgraaf. „Nederland is een vooraanstaand wetenschapsland dat overal in de wereld gerespecteerd is.” Hij zei ook dat het nog niet gelukt is om die prestaties om te zetten in genoeg maatschappelijk en politiek draagvlak en dus ook concrete, financiële steun.

Hij sluit, net als zijn voorgangers, zijn periode als president van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen af met 0 procent groei van het wetenschapsbudget. Dat doet hij met gemengde gevoelens, zei hij dinsdag.

Dijkgraaf pleitte in zijn laatste jaarrede nog voor het belang van het fundamentele onderzoek. Hij citeerde daarbij de Europese Commissie die stelt dat het negeren van fundamenteel onderzoek en het bevorderen van toegepast onderzoek op lange termijn de economie niet ten goede komt.

Dijkgraafs opvolger Hans Clevers sprak zijn vertrouwen uit in de potentie van de Nederlandse wetenschap. „Wij Nederlanders zijn begiftigd met een speciaal talent voor wetenschap. Met wat financiële steun in de rug worden wij gemakkelijk wereldkampioen.”

Bij het afscheid noemde premier Rutte het vertrek van Robbert Dijkgraaf naar Princeton niet alleen een aderlating voor de KNAW en De Wereld Draait Door, maar ook voor hem persoonlijk. Dijkgraaf en Rutte spraken elkaar regelmatig. Bij het televisieprogramma De Wereld Draait Door was de scheidend Akademiepresident regelmatig te gast. Hij gaf er ook een college over de oerknal.

Dijkgraaf begint 1 juli als directeur en onderzoeker bij het prestigieuze Institute for Advanced Study (IAS) aan de Princeton Universiteit. Rutte zei dinsdag trots te zijn „op het feit dat een Nederlandse wetenschapper op de meest prestigieuze wetenschappelijke stoel ter wereld gaat zitten”.