Eerste regels voor blussen bij spanningskabels
Lelystad heeft als eerste Nederlandse gemeente met kabelbeheerder TenneT regels opgesteld om de veiligheid van de brandweer te garanderen bij bluswerkzaamheden vlakbij hoogspanningskabels. Bij grote branden zal TenneT binnen tien minuten plaatselijk de stroom uitschakelen, zodat de spuitgasten niet het gevaar lopen te worden geëlektrocuteerd.
TenneT heeft met gemeentes niet eerder dergelijke afspraken gemaakt, zegt P. Vermeer, manager infrastructuur bij de kabelbeheerder. Hij en burgemeester Chr. Leeuwe hebben donderdag het protocol ondertekend. Het convenant is tot stand gekomen naar aanleiding van de mogelijke blusgevaren op het Lelystadse bedrijventerrein Flevopoort, langs de A6. Aanvankelijk weigerde de brandweer uit veiligheidsoverwegingen daar te blussen. Veel gebouwen staan vlak onder de kabels.
Volgens de richtlijnen mag de brandweer bij hoogspanningskabels niet op eigen houtje binnen een straal van 36 meter spuiten. Bij branden schakelt de brandweer TenneT in. Na kort gezamenlijk overleg over de grootte van de brand, kan de beheerder besluiten de stroom van het spanningsnet te halen. Pas dan mag de brandweer blussen. Die kan daarmee binnen maximaal tien minuten beginnen, zegt Vermeer.
Zolang de spanning nog op de kabels staat, mogen de vuurbestrijders uit veiligheidsoverwegingen de brand niet naderen met materiaal dat hoger is dan 4,5 meter. Spuiten is ook verboden. Het uitgeschakelde netwerk, dat geen gevolgen heeft voor de stad, kan alleen op bevel van de brandweer weer in werking treden. Volgens Leeuwe hebben andere gemeentes al interesse getoond in het protocol, waar NIBRA, het Nederlands Instituut voor Brandweer en Rampenbestrijding, ook aan heeft meegewerkt.