Volgende zedenverdachten in juni aan de beurt
AMSTERDAM (ANP) – De volgende twee verdachten in de Amsterdamse zedenzaak zijn over een paar weken aan de beurt. De rechtbank wil 12 juni beginnen met de rechtszaak tegen Flóvin O. (38) en zijn huisgenoot Matthijs van der M. (33) uit Amstelveen. De zaak gaat meerdere dagen duren, zo bleek dinsdag tijdens een voorbereidende zitting.
O. heeft volgens justitie het meeste op zijn kerfstok. Hij zou een meisje van nog geen jaar oud hebben misbruikt samen met Robert M., de hoofddader in de zedenzaak. Daarnaast staat hij onder meer terecht voor het bezit van kinderporno.
Voor één beschuldiging moet O. zich op een later moment voor de rechter verantwoorden. Die luidt dat hij een vrouw op de Filipijnen heeft betaald om twee jonge kinderen elkaar te laten betasten voor de webcam. O.'s advocate Rima Dijkstra wil de dame in kwestie nog persoonlijk ondervragen en de rechtbank gaf daar dinsdag toestemming voor. Dit is alleen niet meer te regelen voor de rechtszaak in juni.
Matthijs van der M. staat terecht voor het bezit van kinderporno. Zijn advocaat Sidney Smeets hamerde er dinsdag op dat hij eigenlijk niks met de zedenzaak te maken heeft. De verdachte was weliswaar huisgenoot van Flóvin O., maar met diens contact Robert M. had hij niks te maken.
De politie heeft in Van der M.'s kamer een stuk of 13 foto’s en enkele collages gevonden. Volgens het OM is dit kinderporno, maar volgens de verdediging niet. Justitie stelt verder dat Van der M. toegang had tot de (ernstigere) kinderpornobestanden van O., maar ook dit betwist Smeets.
„Mijn cliënt wordt wegens heel beperkte betrokkenheid meegezogen in een hele grote zaak”, vatte de advocaat de situatie samen. Door de enorme media-aandacht is het voor de verdachte, die in afwachting van zijn rechtszaak op vrije voeten is, „vrijwel onmogelijk te functioneren in de maatschappij”.
Smeets vroeg de rechtbank dan ook de zaak tegen Van der M. achter gesloten deuren te behandelen. Hij kreeg echter nul op het rekest. Beide verdachten willen verder dat hun zaken apart van elkaar worden behandeld, maar daar gingen de rechters evenmin in mee.
De hoofddader in de Amsterdamse zedenzaak, Robert M., kreeg maandag 18 jaar cel en tbs voor het misbruiken van 67 zeer jonge kinderen. Zijn echtgenoot Richard van O. kreeg 6 jaar cel wegens medeplichtigheid.