Kalief Masroor Ahmad predikt een islam van vrede
De plaatsvervanger van Messias Jezus was zaterdag in Nunspeet. Althans, daar geloven zijn tientallen miljoenen volgelingen heilig in. Op bezoek bij één van de meest opvallende moslimgemeenschappen ter wereld.
De omgeving van het lommerrijke Groenelaantje in Nunspeet is deze zaterdag het toneel van blik, blik en nog eens blik. Opvallend veel gezinsauto’s staan in de bermen geparkeerd; heel wat komen uit België, Duitsland, Frankrijk, Polen of nog verder. Sommige zijn bestickerd met een opvallende slogan: ”Liefde voor iedereen, haat voor niemand”.
Die slogan zal gedurende de dag nog vaak klinken in Nunspeet. Het is de officiële leuze van de ahmadiyyamoslimgemeenschap, bestaande uit vele miljoenen mensen van overwegend Pakistaanse afkomst (zie kader). In hun Nunspeetse moskee Baitun-Nur (Huis van het Licht) hield de Nederlandse tak van vrijdag tot en met gisteren een jaarlijkse conferentie.
Vrede en respect
Terwijl de zon brandt, neemt voorzitter Hibatunnoer Verhagen van de Nederlandse ahmadi’s in een grote tent het woord. Hij legt zijn gasten uit dat vrede en respect volgens hem de kernbegrippen van de islam vormen, zoals iedere spreker deze dag overvloedig zal benadrukken.
Hij legt ook uit hoe de islam is begonnen. Dat er na Mohammed kaliefen werden aangesteld, die fungeerden als plaatsvervangers of stedehouders. Dat die instelling rechtstreeks van Allah komt, zoals soera 2:30 bewijst. Dat het kalifaat daarna in verval is geraakt. Maar ook dat het kalifaat nu ruim honderd jaar alweer terug is van weggeweest, ook al erkennen nog niet alle moslims dat.
En dan komt het belangrijkste: Verhagen bereidt zijn gehoor voor op het bijzondere moment dat straks aan zal breken. De huidige kalief, de vijfde alweer, „is hier in ons midden.”
Koranrecitatie
De aanwezigen zijn onder de indruk. Maar de opvolger van de Messias, zoals de ahmadi’s geloven, komt niet direct aan het woord. Na een pauze is het eerst tijd voor een Koranrecitatie. Dan neemt burgemeester Van Hemmen (CDA) van Nunspeet het woord. Hij houdt een korte toespraak over het belang van verdraagzaamheid, tolerantie en transparantie. Na hem betreedt SP-Kamerlid Van Bommel het spreekgestoelte. „Assalam aleikum!” spreekt hij het publiek toe. Ook hij heeft het over tolerantie, en vooral aan het gebrek daaraan „in ons beminde land.”
Witte tulband
Dan breekt het moment suprême aan en komt „zijne heiligheid” Mirza Masroor Ahmad naar voren. De kalief is als altijd getooid met een grote, witte tulband. Zijn hele voorkomen straalt waardigheid uit. Hij dankt het publiek uitvoerig voor hun aanwezigheid en wijst erop hoe bijzonder dat is, gezien het feit dat er de laatste jaren een zekere groep is in Nederland „die de vreselijkste dingen over de islam zegt. Maar u bent gekomen, ondanks die propaganda, om te zien wat de realiteit van de islam is.”
Die realiteit is „respect en vrede”, zo zegt ook de kalief. „Ik kan met zekerheid zeggen dat wij nooit wraak zoeken en nooit de wet in eigen hand zullen nemen.” Ja, er zijn inderdaad moslimgemeenschappen die daar anders over denken, dat weet de kalief heel goed. Maar die reageren „totaal verkeerd” en doen niet wat de profeet Mohammed heeft gezegd.
Niet zondeloos
Na wat aandringen is het mogelijk om de kalief persoonlijk nog enkele vragen te stellen. Tijdens een korte audiëntie in zijn kantoor zegt hij bezorgd te zijn dat het wederzijds respect in Nederland taant, zeker als mensen zonder respect voor anderen aan de macht komen.
Hij gaat ook in op zijn eigen positie. Hoe kwetsbaar is het als één persoon met een aura van goddelijke uitverkiezing de onbetwiste leider vormt? Wat als hij valt? Volgens de kalief is het „een moeilijke taak” om de gemeenschap te leiden. Om zich staande te houden, probeert hij zich bij alles wat hij zegt op de Koran te baseren.
Zondeloos is hij niet, zegt hij zelf. „Dat waren alleen de profeten. Maar zij, en vooral Mohammed, zijn wel rolmodellen. Ik probeer hen zo dicht mogelijk te benaderen.”
Dan wil de kalief ook nog wel even weten hoe het nu zit met de biblebelt in Nederland. Is het waar dat Nunspeet zo’n christelijke plaats is? En hoeveel mensen gaan er dan naar de kerk? Is het uiterlijke schijn of zijn ze werkelijk christen?
Als zijn vragen beantwoord zijn, laaft hij zich met alle gasten aan een uitgebreid diner. Ook de wijkagent prikt met plezier een vorkje mee. Sommige andere moslims kunnen dan gesloten en haatdragend zijn, het is de ahmadi’s dit jaar weer prima gelukt om krachtig met dat vooroordeel af te rekenen.
Verketterd als moslims
De ahmadiyyamoslims zijn een buitenbeentje binnen de veelkleurige lappendeken van de islam. Bij verreweg de meeste moslims staat de gemeenschap in een kwade reuk omdat ze na Mohammed nóg een profeet erkennen: Mirza Ghulam Ahmad (1835-1908), die de stichter van de ahmadiyyagemeenschap werd.
Veel ahmadi’s stellen andere moslims gerust met het feit dat ze niet geloven dat Ahmad ook een wetgevende profeet was: als het daarom gaat, geloven ook ahmadi’s dat Mohammed de laatste was die nieuwe wetten van God bracht.
Wederkomst
Maar tegelijkertijd was Ahmad volgens hemzelf en zijn volgelingen veel méér dan een profeet: hij was zowel de Messias als de Mahdi (Verlosser) die moslims aan het einde der tijden verwachten. Met christenen hebben moslims het geloof gemeen dat deze Messias Jezus zal zijn, Die terug zal komen. Ook de ahmadi’s geloven dat. De kosmische gebeurtenis van Zijn wederkomst heeft zich volgens hen al in 1835 voltrokken met de geboorte van Mirza Ghulam Ahmad. Met Ahmad is Jezus teruggekomen, aldus een van de meest centrale leerstellingen van de ahmadi’s, zoals met Johannes de Doper ook Elia terugkwam.
Bij de dood van Ahmad in 1908 trad het kalifaat in werking: het islamitische rijk dat uiteindelijk, net als in de begintijd van de islam, alle moslims moet verenigen. Na Ahmad zijn intussen vier kaliefen –plaatsbekleders– aangetreden en overleden. De vijfde, Mirza Masroor Ahmad, is een achterkleinzoon van de stichter en staat sinds 2003 aan het hoofd van de gemeenschap. Hij was dit weekeinde bij de vieringen in Nunspeet en vertrekt morgen weer naar zijn hoofdkwartier in Engeland.
Pakistan
De gemeenschap bestaat wereldwijd uit tientallen miljoenen mensen. De meest optimistische schattingen gaan uit van wel 200 miljoen volgelingen. De meesten van hen wonen in Pakistan, de bakermat van de ahmadi’s. Maar in de meeste andere landen zijn intussen ook moskeeën gesticht.
De ahmadi’s zijn al tientallen jaren in Nederland; de eerste ahmadiorganisatie dateert van 1947. Daarmee zijn ze een van de eerste islamitische gemeenschappen die hier voet aan de grond kregen. In 1955 kreeg de gemeenschap bovendien de eerste moskee van Nederland: de Mobarakmoskee in Den Haag. Die is nog steeds in gebruik. In 2005, bij het vijftigjarig bestaan, woonde koningin Beatrix er een herdenkingsdienst bij.
Later kwam er ook de moskee in Nunspeet bij. Intussen hebben de ahmadi’s in Nederland zo’n 1000 leden, van wie het grootste deel Pakistaans. Onder hen bevinden zich ongeveer vijftien autochtone Nederlanders.
Nooit agressief
De gemeenschap groeit wereldwijd onder meer door haar zeer actieve wervingsbeleid, met als onderdeel daarvan een uitgekiende mediastrategie. Uitingen van de ahmadi’s hebben zelden of nooit een agressieve toon: geweld is uit den boze.
De vroege vestiging in onder meer Nederland –ook andere westerse landen kennen al tientallen jaren een ahmadiyyagemeenschap– is niet uitsluitend het gevolg van zendingsdrang. Zeker zo belangrijk is de penibele situatie in de herkomstlanden, met name in Pakistan. Daar zijn de ahmadi’s in 1974 bij wet verklaard tot niet-moslims. Tien jaar later werd hun ook verboden zich als moslim te gedragen. Zelfs de doodstraf voor het beledigen van de profeet Mohammed is daardoor mogelijk, ook al zien de ahmadi’s Mohammed ook als hun eigen profeet. In de tweede helft van de vorige eeuw zijn veel ahmadi’s gevlucht, een onbekend aantal kwam om bij onlusten.
Scheuring
De gemeenschap heeft een hechte onderlinge band, door de gezamenlijke –en verplichte– gehoorzaamheid aan de kalief. Leden dragen verplicht een zestiende deel van hun netto-inkomen af. Betaal je een tiende deel, zoals de stichter zelf propageerde, dan ben je een ”musi”, een woord dat is afgeleid van ”messias”.
Ondanks de hechte banden zijn ook de ahmadi’s niet aan scheuring ontkomen. Al meteen na de dood van stichter en naamgever Mirza Ghulam Ahmad ontstonden de Lahore-ahmadi’s, genoemd naar de Pakistaanse stad Lahore, waar de groep werd opgericht. De lahori’s geloven niet in het profeetschap van stichter Ahmad, maar zien hem slechts als vernieuwer.
Opvallend is dat deze splitsing wereldwijd veel minder aanhangers heeft, maar in Nederland juist veel meer dan de overige ahmadi’s. Naar schatting rond de 20.000 lahori’s wonen hier. Dat heeft een koloniale achtergrond: de meeste lahori’s in Nederland zijn van Hindoestaans-Surinaamse afkomst.