Juridisch gevecht rond pedovereniging Martijn
ASSEN – Pedofielenvereniging Martijn moet verboden worden, vindt het openbaar ministerie. De vraag is of justitie het juridisch gelijk aan zijn kant krijgt.
Weerzinwekkend is het verhaal. Aanklaagster mr. M. de Meijer las de tekst woensdag bij de civiele rechtbank in Assen voor. Een (fantasie)verhaal over een onderwijzer die een jongen seksueel misbruikt. Met expliciet seksueel geladen passages. Het verhaal is te vinden op de website van de pedofielenvereniging. Dit soort teksten, wilde De Meijer duidelijk maken, noodzaken het OM de rechter te verzoeken om Martijn te verbieden.
Het OM richt de pijlen op de zogeheten „werkzaamheid” van de pedofielenclub. Die „verheerlijkt en vergoelijkt” seksueel contact tussen volwassenen en kinderen. Waarbij Martijn „nergens oog heeft voor de buitengewoon kwalijke gevolgen die seksuele contacten tussen volwassenen en kinderen (kunnen) hebben.” Van belang is ook dat Martijn, opgericht in 1982, „bestaat uit en bijdraagt aan een digitaal en sociaal netwerk van gelijkgestemden en daders van zedenmisdrijven.”
Dertien voormalige bestuursleden van Martijn zijn veroordeeld voor zedendelicten waarbij minderjarigen zijn betrokken, stelt het OM. Zo werd vorig jaar oud-bestuursvoorzitter Ad van den Berg veroordeeld tot drie jaar cel voor bezit van kinderporno. Ook is hij meermalen veroordeeld voor ontuchtige handelingen met een minderjarige.
Al met al zijn de activiteiten van Martijn een „bedreiging” van en „gericht op het toebrengen van schade aan” de lichamelijke en psychische gezondheid en integriteit van kinderen.
Opvattingen over seksuele contacten met kinderen zijn veranderd ten opzichte van veertig jaar geleden, aldus het OM. Heersten toen nog „liberale” denkbeelden over die relaties, nu is er steeds meer weerstand tegen bijvoorbeeld Martijn. De Meijer herinnerde aan een burgerinitiatief vorig jaar waarbij in korte tijd 70.000 handtekeningen zijn verzameld in een poging Martijn te verbieden.
De OM-vertegenwoordiger verwees naar de „schokkende” resultaten van het woensdag gepresenteerde onderzoek van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het ministerie van Justitie over de schade die kinderen ondervinden van seksueel misbruik.
Rechten van het kind moeten zwaarder wegen dan de vrijheid van vereniging en de vrijheid van meningsuiting, aldus De Meijer. „Het recht op vrijheid van meningsuiting mag worden ingeperkt, de rechten van het kind mogen niet worden ingeperkt.” Internationaal wordt steeds meer nadruk gelegd op de rechten van het kind, betoogde ze. Cruciaal is bijvoorbeeld het in 2007 tot stand gekomen verdrag van Lanzarote van de Raad van Europa, dat bescherming van kinderen tegen misbruik beoogt. Dat verdrag richt zich niet alleen op sancties tegen individuen, maar ook tegen verenigingen, waarvan de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde.
Advocaat B. Swier van Martijn betoogde dat er geen juridische basis is voor een verbod van de vereniging. Martijn wijst er „in al zijn uitingen op dat alle leden zich aan de wet moeten houden.” Hij wees erop dat bijvoorbeeld de vereniging Hells Angels niet wordt verboden, hoewel er veroordelingen waren wegens in een clubhuis van de Hells Angels gevonden wapens, drugs en een hennepplantage. Swier trok nog een andere vergelijking. „Toen op de Telegraafsite een bericht stond dat ik een verbod van Martijn kansloos acht, verschenen er onder dat artikel bedreigende en intimiderende reacties. Maar dat is voor mij geen reden om te vragen om een verbod van De Telegraaf.” De advocaat noemde het „ongekend en ongehoord” dat minister Opstelten (Veiligheid) de hoop uitsprak dat de rechter Martijn zal verbieden.