Eis van 30 maanden cel in ontuchtzaak
Het openbaar ministerie heeft dinsdag voor de rechtbank in Den Bosch een straf van dertig maanden, waarvan tien voorwaardelijk, geëist tegen een 32-jarige Eindhovenaar die wordt verdacht van ontucht met een minderjarige.
M. D. is een van de verdachten in de omvangrijke ontuchtzaak die zich afspeelde in het Eindhovense Anne Frankplantsoen.
In de geruchtmakende zaak zijn al twaalf verdachten aangehouden. Justitie verdenkt een aantal van hen ook van verspreiding en bezit van kinderporno. Een van de verdachten is de 39-jarige voormalig PSV-directeur F. S. uit Netersel. Hij moet 26 augustus voor de rechtbank verschijnen in een zogenoemde pro-formazitting. Hij wordt ook verdacht van zware mishandeling. S. is besmet met HIV, het virus dat aids kan veroorzaken. Hij zou onbeschermd seksueel contact met enkele jongens hebben gehad.
Justite verdenkt M. D. ervan dat hij in het park en in de woning van zijn ouders en het huis van zijn broer tegen betaling seksueel contact heeft gehad met minderjarige jongens tussen de 16 en 18 jaar oud. Ook werd in zijn woning een grote hoeveelheid kinderporno gevonden op een pc en een laptop. In totaal gaat het volgens het OM om ruim 27.000 afbeeldingen van pornografie met jonge kinderen.
Naast een gevangenisstraf vindt het OM dat D. zich verplicht moet laten behandelen door de reclassering. De Eindhovenaar is in de jaren ’90 al veroordeeld voor seksueel misbruik van minderjarigen. Hij was dinsdag de eerste verdachte die moest voorkomen in de zaak die zich afspeelde rond het Anne Frankplantsoen. Hij bekende beide feiten.
Tijdens de zitting vertelde hij dat hij niet wist dat seksuseel contact met jongens tussen de 16 en 18 strafbaar is. „Ik heb er de strafwetboeken op nagekeken, en ik dacht dat het mocht”, zei hij tijdens de zitting.
Sinds oktober 2002 is het tegen betaling hebben van seksueel contact met minderjarigen tussen de 16 en 18 jaar strafbaar. De wetswijziging is er gekomen om minderjarigen te beschermen. Bij hen is vaak geen sprake van een vrijwillige keuze, legde officier van justitie F. van Lenthe uit.
Uitspraak op 2 september.