Dr. H. van den Belt: Geen deugdenleer maar nieuw hart
AMBT DELDEN – „We kunnen leren van de deugdenleer van de Griekse denkers, maar voor een vernieuwd hart hebben we de Heere Jezus nodig.”
Dat zei dr. H. van den Belt zaterdag tijdens de geestelijke groeiconferentie van de stichting Heart Cry. De driedaagse conferentie in het Overijsselse Ambt Delden trok zo’n elfhonderd deelnemers. Dat waren er meer dan vorig jaar, aldus evangelist Arjan Baan, die de leiding had. Het thema van de conferentie is: ”Maak mij een beeld van U. Het belang van christelijke karaktervorming”. Naast dr. Van den Belt spraken ook de reformatorische baptistenpredikant ds. Maarten Ezinga, en Jacques Brunt.
Dr. Van den Belt, bijzonder universitair docent vanwege de Gereformeerde Bond aan de theologische faculteit in Utrecht, sprak drie keer tijdens de conferentie. Zaterdagmorgen hield hij een informatieve lezing over ”het verdorven karakter: de verwoestende gevolgen van de zonde”. Zondagmorgen houdt hij een preek over ”het genezen karakter: de vernieuwende werking van Gods genade”. Morgenavond, aan het einde van de conferentie, spreekt hij een afsluitend appelwoord over ”het toegewijde karakter: de vruchtbare effecten van de Heilige Geest”. Dr. Van den Belt: „In de structuur van deze toespraken is de lijn van de Heidelbergse Catechismus te zien: ellende, verlossing en dankbaarheid.”
De toespraken hadden Efeze 4: 17-32 als uitgangspunt. De lezing van zaterdag, over de ellende, ging uit van Efeze 4: 17-19. De docent stelde dat je inzicht krijgt in deze teksten als je die in omgekeerde volgorde leest. Het begerig bedrijven van onreinheid is een gevolg van het zich overgeven aan losbandigheid, wat weer is ontstaan door ongevoeligheid. De ongevoeligheid komt door de verharding van het hart, die weer is veroorzaakt door de onwetendheid, de verduistering van het verstand. De oorzaak daarvan is de vervreemding van God.
Van den Belt: „Dat mensen eelt op hun ziel hebben, heeft te maken met het verduisterde verstand na de val in het paradijs. Ook de gevolgen voor het gevoel en de wil kwamen openbaar. Het is donker geworden in het hoofd van de mensen. Daarom doen we zo. Alle kwaad in de wereld, ook de excessen in Amsterdam en Noorwegen, komen hieruit voort dat het verstand van de mensen verduisterd is en dat de mensen vervreemd zijn van God.”
Dr. Van den Belt stelde dat het Gods algemene genade is dat de verdorvenheid van de mensen niet steeds tot uiting komt, maar de „neiging om te haten” is er wel. Hij erkende dat er mensen zijn die niet in God geloven en toch veel goed doen. „Er bestaat een breed verlangen naar deugdzaamheid in de samenleving.” Hij stemt in met de vier hoofddeugden uit de Griekse filosofie: de voorzichtigheid van het verstand; de matigheid van het gevoel; de dapperheid van de wil; en de gerechtigheid in relaties. „Ook in de filosofie zijn woorden van waarheid en wijsheid te vinden. We mogen als christenen gebruik maken van het goede in de wereld om ons heen.”
Deze vier hoofddeugden zijn volgens hem echter niet genoeg voor God. „Aan deze vier deugden heeft de christelijke traditie drie deugden toegevoegd: geloof, hoop en liefde. We kunnen leren van de deugdenleer van de wereldse filosofie maar ze zijn niet voldoende. Nodig is een vernieuwing van het verstand, de wil en het gevoel door de Heilige Geest. Het verstand moet verlicht worden, het gevoel gereinigd en de wil moet komen tot overgave aan Jezus Christus. Voor het krijgen van een vernieuwd hart hebben we de Heere Jezus nodig.”