Balkenende pleit voor vrijere markttoegang in Duitsland
Premier Balkenende heeft maandag tijdens een bezoek aan de minister–president van de Duitse deelstaat Noordrijnland–Westfalen gepleit voor een vrijere toegang voor Nederlandse kleine zelfstandigen als bakkers, loodgieters en schoenmakers. Die worden nu nog van de Duitse markt geweerd, omdat ze niet de strenge Duitse ’meesterbrieven’ op zak hebben.
Noordrijnland–Westfalen, met steden als Düsseldorf, Dortmund en het Ruhrgebied, is een zeer groot afzetgebied voor Nederland en de kurk waarop de Nederlandse economie drijft. De Nederlandse export is de afgelopen jaren licht teruggelopen, maar bedraagt nog altijd 16 miljard euro. De import bedraagt ruim 10 miljard euro. Nederland is de grootste investeerder in de deelstaat en exporteert meer naar Noordrijnland–Westfalen dan naar alle niet EU–landen bij elkaar opgeteld.
Balkenende en zijn Duitse collega Peer Steinbrück beklemtoonden maandag na hun gesprek dan ook de gezamenlijke belangen die de twee landen hebben, op economisch gebied, maar ook bij het bestrijden van criminaliteit en bij samenwerking op het gebied van integratie en infrastructuur.
Maar op één punt loopt de samenwerking nog moeizaam en dat is waar de Duitse autoriteiten, veelal onder druk van vakbonden, hun eigen kleine zelfstandigen middels de vereisten van de ’meesterbrieven’ beschermen. Een Nederlander uit Winterswijk mag wel schoenen verkopen in Münster, maar hij mag ze niet lappen. Een bedrijf mag wel auto’s verkopen, maar ze niet repareren.
Het Nederlands midden– en kleinbedrijf in de grensstreek lijdt daaronder en kijkt reikhalzend uit naar het gat in de markt bij de Oosterburen waar Nederlandse bedrijven als Zeeman en Hema al wel een sterke groei doormaken. Hema is er zelfs in geslaagd de beroemde rookworsten populair te maken in Duitsland.