Ruud Koster, onderzoeker bij het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam, meent dat alle politieauto’s met een defibrillator moeten worden uitgerust. „Volgens de Politiewet is het de taak van de politie om hulp te verlenen aan hen die deze behoeven."

De aanschafkosten van de apparaten zouden eenmalig 2 miljoen euro bedragen. Training en onderhoud kosten ongeveer 1 miljoen euro per jaar. Volgens Koster is dat 6000 euro per gespaard levensjaar. In de medische wereld geldt ongeveer 20.000 euro per gewonnen levensjaar als norm.

De politie is gemiddeld 104 seconden sneller bij een incident dan een ambulance die standaard is uitgerust met een defibrillator. In het geval van een hartstilstand telt elke seconde. Defibrilleren binnen vijf minuten biedt een overlevingskans van 35 procent. Vijf minuten later is dat percentage gedaald tot 12.

Volgens de berekeningen van Koster hebben de politie– en brandweerkorpsen die de defibrillator gebruiken, al tien levens gered.

Het onderzoek is uitgevoerd op kosten van de Nederlandse Hartstichting en gesubsidieerd door de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Binnenlandse Zaken. Het rapport is naar de Raad van Hoofdcommissarissen gestuurd.

De raad buigt zich begin september over het onderzoek. Een woordvoerder laat weten dat het dan gaat om de principiële vraag of defibrilleren wel een taak van de politie is.

Volgens een woordvoerder van de regiopolitie Kennemerland is zijn korps enthousiast over de proef met de defibrillator. Ongeveer veertig politieauto’s rijden op dit moment met zo’n apparaat rond. Het politiekorps denkt dat daarmee tien tot elf mensenlevens per jaar worden gered.

Kennemerland betaalt het gebruik van de defibrillators voorlopig uit eigen zak. Of het politiekorps ermee doorgaat, hangt af van het standpunt van de Raad van Hoofdcommissarissen.