OM buitenspel in zaak tankstation A27
DORDRECHT (ANP) – Het Openbaar Ministerie (OM) mag een man uit Utrecht niet langer vervolgen voor het inrijden op een tankstation aan de A27 bij Gorinchem in september 2009. De auto van deze man, belangrijk bewijsmateriaal, is onder verantwoordelijkheid van het OM vernietigd, waardoor de verdediging geen tegenonderzoek meer kan doen. De rechtbank in Dordrecht vindt deze fout van het OM zo ernstig dat ze verdere vervolging van de Utrechter dinsdag heeft verboden.
Bij het ongeluk kwam een 33-jarige Fransman om het leven en raakten zes mensen gewond, van wie vier ernstig. De man uit Utrecht heeft van begin af aan gezegd dat er iets kapot moet zijn geweest aan zijn Saab, waardoor hij niet kon remmen. De man reed op de bewuste dag vanaf de snelweg het terrein van het station op en botste op een stilstaand voertuig. Beide wagens boorden zich in de winkel van het tankstation.
Al toen hij ter plekke werd behandeld door ambulancepersoneel heeft de man gezegd dat de remmen van zijn auto weigerden. Ook in twee verhoren in het ziekenhuis heeft hij zoiets gezegd tegen de politie. Twee dagen na het ongeluk, op 23 september, vroeg zijn toenmalige advocaat het OM de auto beschikbaar te stellen voor een contra-expertise. Toen na een wisseling ook de tweede advocaat om nader onderzoek vroeg, bleek de auto in juni 2010 te zijn vernietigd bij de dienst Domeinen.
De rechtbank in Dordrecht vindt dat het OM onrechtmatig en onzorgvuldig heeft gehandeld. Het is de verdediging onmogelijk gemaakt een tegenonderzoek te laten uitvoeren. Volgens de rechters kan niet worden uitgesloten dat uit onderzoek naar het wrak belangrijke informatie naar voren was gekomen.
Justitie geeft zich niet zomaar gewonnen: een woordvoerster liet weten dat het OM in hoger beroep gaat tegen de beslissing van de rechtbank. „Die auto had niet vernietigd moeten worden, dat is waar. Een tegenonderzoek kan niet meer worden gedaan. Maar er zit meer in het dossier dan alleen die auto. Bovendien heeft er wel degelijk onderzoek aan de auto plaatsgevonden.”
De rechtbank benadrukt dat ze zich ervan bewust is dat het voor de slachtoffers en nabestaanden bijzonder onbevredigend is dat de zaak wat haar betreft niet kan doorgaan.